donderdag 4 september 2008

Teddybeer


We gaan weer starten! Ik ben al anderhalve week bezig om de spelers op te trommelen, maar heb er twee nog niet kunnen vinden. De tam-tams werken lang niet zo goed als mobiele telefoons of brievenbussen. Komend weekend hebben we twee voorstellingen, dus we moeten er stevig tegenaan. We zijn wel onze repetitieruimte kwijt. De Nassaukerk heeft niet alleen een vol rooster met huurders en projecten, zij hebben ook de neus vol van alle klachten en aanvaringen. De grote dikke Teddybeer uit onze groep heeft namenlijk dagen dat hij veranderd in een grote brullende beer. Dan begint hij tegen iedereen te schelden. Zo is hij in het verledcen een paar keer zijn huis kwijtgeraakt. Toen moesten de buren het ontgelden. Maar nu scheldt hij tegen de koster, tegen andere gebruikers van de Nassaukerk en tegen de buren naast de kerk. We kunnen wel terecht bij het Straatpastoraat, maar die ruimte is zo groot als een doorsnee huiskamer. En de Brombeer baalt. Het huis wat hij begin dit jaar heeft gekregen ligt pal achter de Nassaukerk. Nu moet hij een stuk verder reizen en liet het dan ook afweten op de 1ste repetitie. En op de 2e repetitie begint hij mij uit te schelden omdat ik er iets over zeg. Maar schelden kan ik ook! Broodzak! Gladiool! Chipslijder! Hutspotter! Vinkenpieper! Uienbol! Zwellip! Vispatatzak! Knurft! Plofkont! Gromgrazer! Brulpaap! Piepvitter! Spuwprutter!

dinsdag 12 augustus 2008

De vogel gevlogen


Ze wekken hem niet meer. Het zit erop. Ze hebben gedaan wat ze moesten doen en eind juli zijn de vogels vertrokken naar het zuiden. De zwaluwen komen pas terug op Koninginnedag, vertelt broeder F. Je kunt er je klok op gelijk zetten. Het dakloze bestaan heeft hem dicht bij de natuur gebracht. Maar die fascinatie voor vogels heeft hij al veel langer. Met groot plezier heeft hij tal van vogeltjes met potlood en aquarel tot leven gebracht. Maar zijn tekenspullen is hij al een tijd kwijt. Op een gegeven moment weet je niet meer waar je wat hebt opgeslagen. Toen hij zijn huis uit werd gezet door een lullige huurschuld van € 647,40 bij woningbouw Ymere raakte hij ook zijn zangvogeltje kwijt. Het beestje is naar het dierenasiel gebracht. Hij kan er nog verdrietig om worden. Toen hij die dag thuis kwam lag de helft van zijn spullen al in de container. Een nachtmerrie was het. Slechts een enkel tekenboek heeft hij kunnen redden. Na een paar jaar rondzwerven is hij het nu zat. Hij gaat de hulpverlening in en hoopt op een goede dag toch weer een eigen woning te krijgen. Hij is net op tijd weg, want de scholen zijn begonnen. De kinderen die hem altijd uitjouwen en troep op zijn slaapplek gooien hebben het nakijken. Deze vogel is gevlogen.

dinsdag 15 juli 2008

Spinnen


Vroeger ging ik er helemaal van uit mijn dak. Elke spin die het waagde mijn pad te kruisen kreeg een flinke lading decibellen over zich heen. De verhitte hoofden die aan kwamen rennen om het eender welke belagers van mij af te slaan, trokken gefronste grimassen. Moet je daarvoor de boel bij elkaar schreeuwen? Op z'n minst hadden ze aanranders, rovers of messentrekkers verwacht. Die angst voor spinnen ging pas over, toen ik een woonruimte had gehuurd waar het stikte van de muizen. Het schijnt zo te zijn, dat je niet voor beiden bang kunt zijn. Muizen staan voor het mannelijke en spinnen voor het vrouwelijke. Dus projecteerde ik mijn angst voortaan op de muizen en elke spin die ik tegenkwam sloeg ik achteloos weg. Dakloze broeder F. heeft vriendschap gesloten met spinnen. Hij slaapt al een paar maanden op een klein bootje onder de blote hemel. De winter is koud, maar de zomer heeft ook haar nadelen. Niet vanwege de temperatuur maar vanwege het licht. De nachten zijn kort en de vogels wekken hem al om 4.00uur. Bovendien stikt het van de muggen, ook niet bepaald bevordelijk voor een goede nachtrust. Maar hij heeft iets ontdekt. De spinnen vangen diezelfde muggen in hun web. Waar hij voorheen de webben meteen wegmaaide, houdt hij ze nu voorzichtig intact. Hij laat zijn vriendinnen boven zijn gezicht rustig hun gang gaan. En nu hebben al die webben een natuurlijke klamboo gevormd en dat scheelt heel wat muggenbulten vertelt hij met een grimas.

zaterdag 21 juni 2008

Feest in de Ark


Het is een beetje klein, waar we gaan optreden. Als D. een sprong maakt op het hoge podium vliegt hij met zijn hoofd door de losliggende plafondplaat. Sommige spelers hijsen hun stramme lijven met veel moeite op het podium en alleen dat is al een komische act op zich. De achterwand is strak wit waar we goed op kunnen projecteren en een deel van de voorstelling kan voor het podium gespeeld worden. De geluids- apparatuur zit in een onhandige kast die alleen vanaf het podium bediend kan worden, maar met wat gepuzzel komen we er wel uit. Er valt nog meer te puzzelen, want er komt één speler niet opdagen. Ik druk ze nog op het hart dat ze het vooral met elkaar moeten doen en elkaar moeten bijvallen waar teksten vergeten worden. Ze gooien zich vol verve in het spel, improviseren erop los en weten het publiek enthousiast te krijgen. Er wordt erg veel gelachen en ikzelf krijg ook een paar keer de slappe lach als ik ze zo bezig zie. Het publiek zingt uit volle borst mee bij 'Goodnight Ireen' en roept verontwaardig als de agente het bouwsel van de Bouwer vernield."Oooohh!!" Het is een feest om voor dit publiek te spelen! De mevrouw die voor de voorstelling met gefronste wenkbrauwen haar bedenkingen uit had gesproken; "Moeten we naar die rare mannen gaan luisteren?" is helemaal om. Ze klapt haar handen rood en is net als de meeste mensen meteen opgesprongen om een staande ovatie te geven. De spelers staan te glimmen van plezier. Na de voorstelling is er een uitgebreid buffet met alle leden van deze kerk vanwege de seizoenssluiting. Iedereen heeft iets gemaakt en de drank vloeit rijkelijk. Ze weten wat feesten is in de Ark!

zaterdag 14 juni 2008

Ondergoed


Eind jaren 50 werd de petticoat vervangen door de onderjurk. Meestal wit met een kanten randje. Als dat randje onder je rok uitstak werd je nageroepen: " Hé, je vlagt!" of "Je melk kookt over!" Ondergoed behoorde onzichtbaar te zijn totdat Madonna met haar BH ging pronken. Ook mannen lieten op een gegeven moment het randje van hun onderbroek boven de broek uitsteken, populair werd daardoor het merk Calvin Klein. Tegenwoordig zijn het de stringetjes die net boven de lage spijkerbroeken uitsteken en trekken de jongens hun broek zo laag, dat de hele bil verpakt in strakke boxer zichtbaar wordt. Daardoor heeft mijn zoon weer een maat kleiner van broeken, want dat kruis moet laag hangen en anders zijn de pijpen te lang. Mijn dakloze vriend R houdt zich niet bezig met modegrillen. Hij haalt zijn schone kleren in de inloophuizen voor daklozen. Je levert je vuile kleding in en krijgt er schone voor terug. Soms zit er een verdwaald topmerk tussen. In ieder geval is het allemaal gebruikte kleding. R. zegt, dat hij soms de andere persoon voelt in een jas of in een broek en dat gaat dan irriteren. Hij moet dan weer zo gauw mogelijk van het kledingstuk af zien te komen. Maar omdat je alleen op gezette tijden kleding kunt krijgen en er een rij wachtenden staan, duurt het meestal weer een paar weken voor hij er vanaf is. Ook zijn sokken vaak een probleem en niet altijd leverbaar. Onderbroeken zijn er altijd wel, van die grote wijde. Ook die lever je in als je een schone wilt. Bizar idee, dat je nog niet eens je eigen onderbroek hebt. Je wilt niet aan het fantaseren slaan over de geschiedenis van zo'n onderbroek!

maandag 2 juni 2008

Zondagochtend


De voorstelling in de Jacobuskapel was op zondag ochtend. We spreken af om 9.00uur. De helft is stipt en de andere helft is er een uur later nog steeds niet. Eén van de spelers zit in een persoonlijkheidscrisis en heeft via-via laten merken er geen zin meer in te hebben. Ik heb diverse pogingen gedaan om contact te krijgen, maar dat is niet meer gelukt. We zijn er op voorbereid en de regie-assistente kan de rol overnemen. Maar ook zij is er niet. Om 10uur maken we een noodplan om met 2 rollen minder te spelen. Een vriend van mij die komt kijken zet ik achter het geluid. Om 10.15uur komt de kleedster binnenvallen. Op het moment dat we naar boven gaan, komt de Bouwer met verhit hoofd aangefietst en als het stuk al begonnen is, komt de regie-assistente vlak voor het moment dat zij op moet. Ze gooit zich met verve in de rol, trekt de anderen aan hun mouw als ze de verkeerde kant oplopen, vult teksten waar gaten vallen en weet zelfs het liedje te redden waar de zanger het af laat weten. Maar het publiek en de mensen van de kerk zijn enthousiast. Er komt een man naar mij toe die vraagt; "Is dat nou echt waar dat er mensen zijn die elke dag buiten slapen?" "Ja meneer." "Is het nou echt waar dat er mensen zijn die niet verzekerd zijn?" "Ja meneer." "Is het nou echt waar dat er mensen zijn die geen uitkering krijgen? "Ja meneer." Hij begrijpt niet hoe deze mensen zo kunnen leven en wat ze doen als ze ziek worden. "Tja, meneer..."

donderdag 8 mei 2008

Naakt


Het was op een zaterdag. Eén van de dakloze spelers van de 1ste voorstelling "Kerstrafels" laat ik in mijn huis, zodat hij kan douchen en scheren. Ik moet zelf weg en kom pas 's avonds thuis. Hij belooft om op het balkon te roken en niemand binnen te laten. Het is iemand die geen drank- of drugsprobleem heeft en ik vertrouw hem blindelings. "Wat heb je nou de hele dag gedaan?" vraag ik hem bij thuiskomst. Hij doet verslag van de reinigingsrituelen die voor een "gewoon" mens zo vanzelfsprekend zijn, maar voor hem een hele onderneming. Hij vertelt dat hij voor het eerst sinds twee jaar weer eens zelf een eitje heeft gebakken. Hij begint te mijmeren over vroeger en hoe graag hij zijn eigen warme maaltijd in elkaar flanste in zijn eigen keuken. In de inloophuizen zijn de boterhammen al gesmeerd en bij de zusters hoef je maar te gaan zitten en krijg je je bordje opgediend. "En ik ben naakt geweest." vervolgt hij. "Een dakloze kan eigenlijk nooit naakt zijn. Dat is ook niet verstandig. In de opvanghuizen lig je op zalen en iedereen houdt zijn kleren aan. Maar weet je wel hoe lekker het is om soms gewoon naakt te kunnen zijn. Niemand die je ziet, niemand die je lastig valt, niemand die je opjaagt. De bevrijding van al die kledingstukken. Je vergeet bijna zelf wat er onder zit!" En hij bekijkt daarbij het stukje naakt van onderarm, pols en draait zijn hand. Het lijkt alsof ze niet meer van hem zijn.