donderdag 8 mei 2008

Naakt


Het was op een zaterdag. Eén van de dakloze spelers van de 1ste voorstelling "Kerstrafels" laat ik in mijn huis, zodat hij kan douchen en scheren. Ik moet zelf weg en kom pas 's avonds thuis. Hij belooft om op het balkon te roken en niemand binnen te laten. Het is iemand die geen drank- of drugsprobleem heeft en ik vertrouw hem blindelings. "Wat heb je nou de hele dag gedaan?" vraag ik hem bij thuiskomst. Hij doet verslag van de reinigingsrituelen die voor een "gewoon" mens zo vanzelfsprekend zijn, maar voor hem een hele onderneming. Hij vertelt dat hij voor het eerst sinds twee jaar weer eens zelf een eitje heeft gebakken. Hij begint te mijmeren over vroeger en hoe graag hij zijn eigen warme maaltijd in elkaar flanste in zijn eigen keuken. In de inloophuizen zijn de boterhammen al gesmeerd en bij de zusters hoef je maar te gaan zitten en krijg je je bordje opgediend. "En ik ben naakt geweest." vervolgt hij. "Een dakloze kan eigenlijk nooit naakt zijn. Dat is ook niet verstandig. In de opvanghuizen lig je op zalen en iedereen houdt zijn kleren aan. Maar weet je wel hoe lekker het is om soms gewoon naakt te kunnen zijn. Niemand die je ziet, niemand die je lastig valt, niemand die je opjaagt. De bevrijding van al die kledingstukken. Je vergeet bijna zelf wat er onder zit!" En hij bekijkt daarbij het stukje naakt van onderarm, pols en draait zijn hand. Het lijkt alsof ze niet meer van hem zijn.

woensdag 23 april 2008

Geurtjes


De liedjes blijven maar in mijn hoofd klinken, maar ik heb even iets anders te doen, want er moet brood op de plank. Er ligt een stapel rekeningen en als ik niet snel de incasso's wegwerk, kan ik straks zelf het toneel op. Op straat kom ik de skeelerman tegen. Hij is op weg om schone kleren te halen, vertelt hij. "Ga je ook douchen?" vraag ik hem. "Ja, dat was ik wel van plan vandaag of morgen." Ik moet denken aan de opmerking van een bezoeker bij de voorstelling: "Ze ruiken wel erg sterk." terwijl hij zijn neus ophaalt en vervolgt: "Op de foto's van je weblog hebben de mannen ook altijd dezelfde kleren aan. Het lijkt wel alsof je de foto's allemaal op 1 dag hebt geschoten." Mij valt dat niet eens meer op en de geur die aan daklozen kleeft is zelfs vertrouwd geworden. Zo moet het in de Middeleeuwen hebben geroken, bedenk ik als ik doorfiets naar mijn klus. Daar aangekomen beland ik in een bouquet van aftershave, parfum, deo, eau de toilette, zeep. Ik ruik de geur van wasverzachter, er komt mondspray voorbij en vast ook voeten- en intiemspray. Wat is er eigenlijk veel om basisgeurtjes te verdoezelen. Maar de aantrekkingskracht tussen twee wezens wordt onbewust nog altijd bepaald door de primaire lichaamsgeur. Nu begrijp ik waarom er tegenwoordig zoveel singles zijn. Men ruikt elkaar niet meer! En al die scheidingen komen natuurlijk omdat je op een verkeerd spoor wordt gezet. Je krijgt iets heel anders te ruiken dan het werkelijk is. Blijkt er onder dat bouquet van rode rozen en aftershave gewoon zo'n smerige beerput te zitten!

maandag 21 april 2008

Zondag


Een theater voorstelling is nooit hetzelfde. Elk optreden heeft zijn eigenheid. Op deze zondag in de Nassaukerk is de boel een beetje ingezakt, maar nog steeds reageren mensen enthousiast. Er blijven altijd stukjes in die niet kapot te krijgen zijn. Een vriendin van mij noemt die momenten pareltjes. En dat er dan wat misgaat met cue's en teksten is niet zo erg. Vervelender is hoe het op deze dag eraan toe gaat voordat ze de vloer opgaan. Twee spelers krijgen ruzie en er wordt flink geschreeuwd. Eén van hen roept niet meer mee te willen doen, zolang die ander erin zit. Iets later is het de Scheldknaap die hard met deuren slaat en de boel bij elkaar schreeuwt, omdat hij de kerkzaal niet in mag waar kinderen een concert geven. Hij wil niet meer in de Nassaukerk spelen schreeuwt hij en loopt met veel bombarie inderdaad weg. Spelers komen met allerlei oplossingen, maar ik roep dat je geen probleem moet maken voor die er echt is. Ik kan mij niet voorstellen dat hij niet terugkomt en iedereen laat zitten. Als we met de warming-up beginnen komt hij binnenvallen alsof er niets aan de hand is. Ik weet dan al hoe de voorstelling gaat. Spelen kun je alleen als je de concentratie opbrengt en dat gaat niet 5 minuten voor aanvang. Omdat het er voorlopig op zit, gaan we naborrelen op een geschikte plek; op straat. We hangen voor de Nassaukerk in de zon. Mijn fiets is zo volbeladen, dat ik ook wel een dakloze lijk. En als we even later vanwege trek ergens naar binnen willen gaat de zaak ineens spontaan een paar uur eerder dicht! Nu mag ik tekeer gaan. En ik realiseer me dat dit is waar de voorstelling over gaat en voel mij even helemaal één van hun. Samen gaan we de straat weer op.

vrijdag 18 april 2008

Day After

foto Leo Hol

Het is heel leuk om een aantal spelers de volgende dag te zien bij repetitie van de Straat- klinkers. Deze zanggroep is ook opgezet door straatpastor Mariska Putters, initiatiefneemster van de theaterproductie. Ze zijn zo opgewonden en enthousiast, dat het hartverwarmend is. Maar er is ook werk te doen. Met de gitarist -de skeelerman- en assistente Esz gaan we opruimen in de Cameleon. De legerbrancard is volgeladen en ik fiets mee als escorte. Het is een spannende reis. De weg zit vol gaten, bobbels en verhogingen bij bruggen. En bij een onverwachte kuil kiept de kar ineens helemaal om. Met moeite krijgen we de boel weer overeind. Terug in de kerk staan er een aantal daklozen voor de deur en roepen meteen dat ze de krant hebben gelezen. Ze zijn nu al trots op hun lotgenoten en komen absoluut zeker zondag kijken, roepen ze. Ik kijk nog eens aandachtig naar de kerkzaal en hoe we daar een theatersfeer kunnen maken. We halen bouwlampen, snoeren, stekkers en schroeven. Wat Joop vd Ende kan, kunnen wij ook, ondanks ons bescheiden budget. Een bevriende fotograaf geeft filters en een vriendin kruipt achter de naaimachine voor een projectiescherm. Het is donker als we de deur achter ons dichttrekken. Reden om naar de Chinees te gaan en Het Parool te lezen. Mooi artikel! Er wordt een beetje raar naar mijn gezelschap gekeken. Voor mij is de vervuiling en de geur van ongewassen lijven inmiddels al gewoon. Maar het feit dat hij raar bekeken wordt is voor hem net zo gewoon. Hij ziet het niet eens. Het eten smaakt er niet minder om en als de serveerster ziet dat we in de krant staan, is er opluchting. Het zijn geen zwervers, het zijn artiesten!

Première


foto Leo Hol

Volle bak!!! Het is afgeladen. Artikeltjes in Dag en Spits hebben blijkbaar geholpen en s'middags is er een live interview voor radio Caribbean FM. We moeten er zelfs stoelen bij zetten en ik blijf met mijn assistente bij de deur staan. Fijn dat er zoveel aandacht is voor mijn Troep. Er is zelfs pers in de zaal. Een journalist en een fotograaf van het Parool. Het publiek geeft veel reactie en de spelers staan daar duidelijk op te kicken. Sommigen raken hier en daar wat al te enthousiast, maar de voorstelling kan het hebben. Eigenlijk zijn de missers ook wel amusant. Het is werkelijk een groep geworden. Voor de voorstelling heeft iedereen elkaar toys gegeven om een goede voorstelling te wensen en bij het applaus worden we overladen met bloemen. Maar nog veel leuker is dat we zoveel enthousiaste reacties krijgen. Men heeft genoten, gelachen en zelfs een traantje weggepikt. Wat wil je nog meer als je een voorstelling maakt? En een medewerker van de Cameleon vindt dat ik gauw maar weer een voorstelling moet maken. Leuk, maar daar moet ik toch even niet aan denken. Het was wel een hele bevalling met deze zevenling! Het is jammer dat dit de laatste dag in de Cameleon is. Niet alleen omdat we hier wel alle techniek tot onze beschikking hebben waardoor we de voorstelling op een hoger plan konden tillen, maar ook vanwege de plek. We zitten aan de kade, de medewerkers zijn leuk en alle dagen heeft de zon geschenen. Mamasan had het gevoel even een huis te hebben, waar ze gasten kon ontvangen. Dus WELKOM!

woensdag 16 april 2008

Try-out


's Middags gaat alles mis wat je maar kunt bedenken. Maar na de hopeloze generale neemt men rust. Sommigen doen een dutje, anderen hangen een beetje op straat en een enkeling trekt zich terug om nog een keer naar de tekst te kijken. Ik ben benieuwd wat ze gaan doen bij de voorstelling. Een slechte generale is een goede voorstelling, beloof ik hen. Een uur van tevoren doen we een een warming-up. We strekken de spieren, doen wat stemoefeningen en nemen nog een keer het dansje door. Voor de zoveelste keer check ik de rekwisieten. Dan komen de eerste bezoekers. De zaal is voor een kwart gevuld, maar ze hebben zich goed verspreid. Dan begint het. Die stilte voor aanvang is altijd het spannendste moment en dan ben ik blij dat die doorbroken word door de zang van teacher. It's out of my hands. Maar ze doen het geweldig! En waar ik de laatste dagen op gehamerd heb, dat doen ze voortreffelijk namenlijk elkaar helpen waar het mis gaat. Ze luisteren naar elkaar, vangen elkaar op en hebben plezier in hetgeen ze doen. Alles valt op z'n plek. Er is ontroering, amusement, ernst, humor. De eigenheid van elke speler komt tot zijn recht. Alleen de technicus mist een laatste projectie onder een lied. Maar dat is niet zo erg. We geven gewoon een toegift tot genoegen van het betrokken publiek.

overwinning


Teacher zit tegen een boom aan als ik met de fiets vol tassen arriveer. Ik vraag naar zijn voorraad bier. Hij heeft maar een half blikje en drinkt dat nog op. "Ik ben solidair met jou" verklaarde hij, maar gaf daarna toe dat hij gewoon geen geld heeft. De andere spelers druppelen binnen en Esz haalt een uitgebreide lunch bij de Aldi tegenover de Cameleon. Goedkeurend kijken de spelers rond en lopen in en uit. Dan worden de teksten doorgenomen en helpt men elkaar door te souffleren. Degene die de meeste moeite heeft om tekst te onthouden, heeft er iets op bedacht. Zijn hand blijkt vol steekwoorden te staan en hij denkt, dat niemand dat ziet. Het is zoals kinderen achter een lantarenpaal gaan staan bij verstoppertje. Maar ik laat het maar even zo. Een tweede speler heeft een heel ander probleem op te lossen; diens ruimtevrees. Een onbestemde angst kruipt naar boven in vreemde ruimtes. Niemand merkt daar iets van, tenzij je het weet. Er moet altijd iets in de buurt zijn als houvast. Daar helpen de decorstukken bij. Ze geven een veiligheid. Dus schuif ik met de bankjes en de mise-en-scène om enige houvast te bieden. Door veel in de ruimte te zijn, heen en weer te bewegen met name op die plekken waar het minder veilig voelt, wordt de angst beetje bij beetje overwonnen. Ik was eigenlijk alleen maar uit om een zo goed mogelijke voorstelling neer te zetten. Maar al die persoonlijke gevechten en al die individuele overwinningen, die daardoor zijn ontstaan, dat is toch eigenlijk nog veel mooier.