woensdag 29 juli 2009

donderdag 9 juli 2009

Wildplassen


Dat deze dag de laatste dag zou zijn dat zij samen waren, konden zij in de verste verte niet vermoeden. Zij deelden al jaren lief en leed. Brachten altijd samen de nacht door, sloegen geen maaltijd over zonder elkaar en hadden zelden conflicten, ook al konden ze flink van mening verschillen. Ze deelden hun biertjes en verdedigden elkaar als er problemen waren of wanneer zij weggejaagd werden. Het dakloze bestaan in Nederland had deze twee maten met elkaar verbonden en daardoor was het leven een stuk verdraagzamer geworden. Ze wisten de instanties te vinden waar een maaltijd gescoord kon worden en de vervuilde kleding ingeruild kon worden voor schone. Dankzij de mondharmonica van Paul schaarden ze dagelijks wat geld bij elkaar voor het nodige bier. Nu het zomer is, is het leven een stuk makkelijker. Je hebt minder nodig om het warm te hebben en dat scheelt een hoop gedoe met spullen verstoppen in de bosjes. De kunst is alleen om het droog te houden 's nachts. Wel zijn de nachten kort, de vogels vroeg wakker en de muggen talrijk. Hoe langer de zomer duurt hoe vermoeider hun blikken. De biertjes hakken erin en de korte slaap is diep. Vlakbij de Hortus Botanicus hebben zij hun ideale zomerverblijf gevonden. Het is er rustig, er is veel groen en in de nabije vaart is het aangenaam pissen. Peter wordt deze ochtend wakker zonder Paul. Hij meent zich te herinneren dat hij hem nog heeft horen roepen, maar de slaap was diep. Hij zei het nog, toen ze voor het eerst aan de waterkant samen stonden te pissen en hadden besloten hier de zomer door te brengen. "Als je hier in valt, zie er dan maar uit te komen." En ze hadden gelachen bij die absurde gedachte.