dinsdag 30 december 2008

Winterkonijn


In de Dominicus kerk is het druk op 1ste kerstdag. Het is één van de plekken waar uitbundig feest wordt gevierd. Er wordt geknutseld, schaak gespeeld, portret getekend. Non-stop lopen de vrijwilligers met schalen kerstbrood, boterhammen en zoetigheid. Er zijn optredens met clowns, Jordanese zangers en klassieke zangeressen. s'Avonds is er een popband die de beentjes van de vloer krijgt. Aan eindeloze tafels wordt een Hollandse maaltijd geserveerd in 3 gangen. Tot middernacht wordt er gekletst, gelachen, gedanst. Buurtbewoners, daklozen, kinderen, hulpverleners, gelovigen en ongelovigen, het mengt zich allemaal soepeltjes. Voor daklozen is deze feestperiode nog zo slecht niet. Er wordt beter gegeten en ze zijn op meer plekken welkom dan de rest van het jaar. Eén van de spelers uit mijn groep organiseert een paar dagen later een uitgebreid kertsdiner in haar eigen huis. Mamasan is één van de genodigden. Het is bitterkoud buiten. Het vriest niet alleen, maar er is een venijnige wind die langs je oren snijdt. Ze mag blijven slapen als ze dat wil. Maar hardnekkig weigert zij dit en wil toch graag terug naar haar tentje, ook al zijn de nachten zwaar. Ik trotseer de oostenwind op de fiets op weg naar mijn zusje. Een peuleschil vergeleken bij de nachtelijke ontberingen van Mamasan. Mijn zus woont op een sleepboot en op het dek staat een groot konijnenhok. Een bevriend stel gaat een week op de boot passen, omdat mijn zus met haar gezin een weekje weg is. Zij krijgen een rondleiding met uitleg, terwijl ik mijn vingers sta te ontdooien. "We waren even bang, dat het konijn niet op tijd zijn wintervacht zou krijgen." vertelt mijn zus, "Maar opeens had hij hem. Echt zo'n hele dikke wintervacht, precies op tijd!" en vervolgt tegen het stel dat zij het konijn nooit naar binnen moeten halen. "Het is een buitenkonijn. Mensen vinden het dan zielig, omdat het zo koud is buiten. Maar als je hem naar binnenhaalt, dan gaat hij pas echt kapot. Daar kan hij helemaal niet tegen. Dat betekent zijn dood." beklemtoont zij nog eens tegen het stel. "Buitenkonijnen moeten buiten blijven! Ook als het vriest!"

maandag 22 december 2008

Straatklinkers


Vijf van mijn spelers zingen bij de Straat- klinkers, het koor van het Straat- pastoraat. Ze komen bij elkaar op vrijdag- ochtend en iedereen is welkom. Het is dan ook een aardig mengelmoesje van leeftijden en kleur. Dak- en thuislozen, mensen met verslavingsproblemen, maar ook gewoon sympathisanten. Hier doet het er niet toe hoe je leeft en wat je achtergrond is. Hier geen moeilijke gesprekken of zware therapieën. Eigenlijk is dat best wel bijzonder, besefte ik weer eens toen ik erover aan een vriendin vertelde. Je hoeft geen merkkleding te dragen, je wordt niet afgerekend op status, je wordt niet beoordeeld op je uiterlijk. En er worden ook geen pogingen ondernomen om je te bekeren. Je mag ook gewoon als atheïst naar binnen. Dacht ik eerst dat het wel een hoog christelijk gehalte zou hebben, blijkt dat helemaal niet waar. Het zijn vooral meezingers, liedjes van de straat of uit de kroeg. Je hoeft geen bijzonder zangtalent te hebben om mee te zingen en zelfs ik durf mee te zingen. En dat terwijl ik thuis toch vooral mijn zangkwaliteiten stil moet houden omdat het decibellen van protest oproept bij mijn pubers. Het laatste wat ik met hen mocht zingen was 'in de maneschijn' en dat is verschrikkelijk lang geleden. Toen ik het nog allemaal voor het zeggen had. Maar dat terzijde. Zo af en toe klinkt er in deze groep wel degelijk een gouden keeltje. En onlangs is er een CD opgenomen, die binnenkort verkrijgbaar is. De Straatklinkers treden vooral in deze periode veel op in kerken, buurthuizen e.d. Mocht je daar iets over lezen, ga dan vooral even kijken. Ben je meteen alle stress kwijt over 8-gangen kerstdiners...

woensdag 5 november 2008

Reacties


Vrijwel zonder uitzondering krijgen we positieve reacties op de voorstelling. En het is wonderwel gelukt om alle voorstellingen door te laten gaan, op één na. Op verzoek van buurthuis Olympus hebben we toen een aangepast programma gedaan om er toch een vermakelijke middag van te maken. Geen toneelsketches, maar wel liedjes, verhalen, dans, projecties en als speciaaltje onze dichteres. Zij droeg voor uit eigen werk en deed dat met verve. Het publiek was heel betrokken en vermaakte zich uitstekend. De coördinator was in haar nopjes vanwege het succes en het feit dat haar geplande middag niet in duigen was gevallen ondanks dat de theatervoorstelling aangepast was. Als enige van alle speelplekken werd er entree geheven. Maar het publiek kreeg waar voor haar geld. De (vooral) dames zongen uit volle borst mee, waagden zelfs een dansje met één van de daklozen en gaven veel complimenten over de gedichten. Maar wie schetst mijn verbazing als de coördinator achteraf haar beklag gaat doen. Het was niet wat zij had besteld en zij weigerde daarom de factuur te voldoen. Zoiets als in een restaurant je bord met smaak leeg eten en dan gaan roepen dat het toch eigenlijk die uitverkochte schotel had moeten zijn. Of naar de bioskoop gaan en je geld terughalen, omdat je dacht dat Robert de Niro een grotere rol in de film zou hebben. En geeft men ook het geld terug als je naar een musical gaat en het is toevallig de understudy die de hoofdrol vertolkt? Gek hoor. Eerst staan juichen en bedanken voor de gevarieerde en geslaagde middag en dan achteraf klagen dat het niet aan de verwachting heeft voldaan. Maar ja, er is veel tijdens deze productie waar ik mij over verbaas. Hulp komt uit onverwachte hoek (het thema van de productie ihkv Het Jaar van de Samaritaan), maar narigheid ook!

dinsdag 4 november 2008

Lest best


Omdat de kerk waar we gaan spelen ergens achter het winkel centrum staat en je er niet met een auto kunt komen onder winkeltijd, moet ik de spullen al voor 10uur brengen. Skeelerman assisteert. We spelen pas 's avonds, maar vanaf 19uur kan ik er weer komen. S. blijft bij mij. Het is een prachtige dag en we gaan in het zonnetje zitten op een terras. Kopje koffie, kopje thee. Niks aan de hand. En als ik het koud krijg (bij gebrek aan uierzalf) gaan we nog even naar binnen. Op straat staat een verwarde vrouw te schreeuwen. Als zij even later binnenkomt duurt het niet lang of er komt politie, die haar vraagt mee naar buiten te gaan. Eén van de agenten herkent mijn metgezel en vraagt zijn achternaam. Even later wordt hij meegenomen. Nou moe? Staat hij als Mr Ike ergens te schreeuwen en met tafels te gooien dan doen ze niks en zit hij rustig met mij aan de koffie dan moet hij ineens mee! Ik leg uit dat we een laatste voorstelling hebben en vraag of ze hem niet de volgende morgen kunnen meenemen en sla mezelf voor het hoofd dat ik niet net iets eerder ging afrekenen. Het mag niet baten, maar ze beloven mij op de hoogte te houden. Hij moet een gesprek aangaan met iemand van het crisisteam. Een paar uur later wordt hij weer vrijgelaten. Hij is er heel rustig onder gebleven, had een goed gesprek, zei-ie. De gebruikelijke tirades over opgejaagd worden blijven uit. Ook de rest van de dag/avond blijft hij heel ontspannen. De andere spelers zijn met de trein gegaan en worden onthaald op een heerlijke maaltijd. Ik durf met S. nergens meer naartoe te gaan en eet bij mij thuis een hapje. Tegen 19uur zijn we compleet en leggen de laatste hand aan de techniek. Iedereen is in een opperbeste stemming. De voorstelling draait dan ook als een tierelier. De spelers zijn op hun best! Het plezier spat eraf en de volle zaal (±175 man) geeft veel open doekjes en een staande ovatie. Naderhand is er een borrel en krijgen we veel persoonlijke reacties. We hadden het toernee niet beter af kunnen sluiten dan hier in Haarlem! De grande dame heeft op het station een gesprekje gehad met de bloemist (hoor ik van A.) en die roze rozen staan op mijn tafeltje. En elke keer dat ik ernaar kijk, denk ik: "Het is mooi geweest!".

Meeuwen en uierzalf


De volgende dag in Osdorp haal ik samen met Skeelerman de spullen op. De 80 jaar oude organisator belt en zegt, dat hij tussen de spullen nog een cadeaubon voor mij heeft neergelegd, omdat hij het bloemetje was vergeten. Wat een lieverd! Omdat ik een auto tot mijn beschikking heb en verder die dag geen verplichtingen, rijd ik met S. naar het strand in Bloemendaal. S. die vroeger op een taxi heeft gereden en nog maar zelden in een auto zit, geniet van het ritje. Herinneringen komen boven en hij verhaalt over de kunst van het taxirijden. Het strand is weids en verlaten. Slechts een enkele hond kwispelt langs de kustlijn met zijn baas. Wel zijn er meeuwen in grote getalen. "Het gaat om vet." begint hij. "Meeuwen kunnen tegen de koude dankzij hun vet. Nu het kouder wordt smeer ik mij ook altijd in met vet, met uierzalf. Dat heb ik van de vogels geleerd." Hij toont zijn glimmende handen en legt uit dat hij daardoor altijd van die zwarte rouwranden om de nagels heeft. 's Nachts heeft hij het zo helemaal niet koud, terwijl hij alleen een zeil boven zich heeft en slechts twee T-shirtjes onder zijn regenjas draagt. "Maar misschien moet ik nu toch eens een trui gaan halen." mijmert hij in de koude wind die in onze gezichten slaat, terwijl hij zijn ogen niet van de meeuwen af kan houden. "Het mooiste moment van de dag is als het donker wordt en ik mijn vuurtje kan stoken. Dat is zo lekker! De warmte gloeit dan in mijn gezicht, terwijl de kou ergens achter mijn rug is. Dan ga ik liggen en heb ik eindelijk rust." Hij is blij dat het nu kouder wordt. Niets is zo erg als de zomer, want dan is het veel te lang licht en komt hij niet aan zijn rust toe. En waarom mensen het lekker vinden om in een huis te wonen, dat begrijpt hij al helemaal niet. "Als je dat nou verteld in de voorstelling, dan begrijpt men een buitenmens misschien beter." opper ik. Tegen de tijd dat we terug zijn in Amsterdam en hij bij mij nog even zijn mobiel heeft kunnen opladen, is hij helemaal soezerig geworden. Vandaag geen aanvaringen! Hij duikt meteen zijn bos in, heeft helemaal zin gekregen in zijn vuurtje. En het idee alleen al maakt hem helemaal gelukkig.

donderdag 30 oktober 2008

Osdorp in de Ban


Als ik 's middags het decor kom halen bij de Diaconie hoor ik het al van verre. Hij gaat weer helemaal door het lint, gooit met tafels en staat de longen uit zijn lijf te schreeuwen. Zijn mobiel is gejat! Het inmiddels vertrouwde tafereel volgt. De politie komt de tuin in tegelijk met de straatpastor, die hem probeert aan te spreken. Inmiddels zoekt iedereen zich een ongeluk naar de telefoon, die gewoon op de verwarming blijkt te liggen. De rust is wedergekeerd, maar hij heeft dan alweer een schorsing te pakken. Al zijn spullen liggen verspreid en we helpen hem de boel bij elkaar te krijgen. Ik was van plan om dan toch maar de voorstelling af te gelasten, maar word overgehaald door de Grande Dame. "Het is zo belangrijk voor hem om mee te doen. Je kan dat niet afnemen en hij trekt heus wel weer bij." Ik besluit om toch te spelen en spreek af, dat hij later komt dan de rest van de groep. Ik zal hem persoonlijk ophalen met de auto. We rijden naar de Osdorper Ban, de St Lucaskerk. De andere spelers hebben al opgebouwd als we aan komen. Soep en broodjes staan klaar. We doen de laatste klusjes en worden dan geintroduceerd. "Wij willen graag aandacht geven aan de daklozen..." en dat doen ze. Het publiek is warm, reageert geweldig en zingt uit volle borst mee als Teacher 'Goodnight Ireen' zingt. De spelers zijn goed op dreef en improviseren behendig. Het is niet te merken dat we twee spelers minder hebben. En ook Skeelerman is geestig en rustig. Na de voorstelling komt een mevrouw enthousiast naar mij toe. Ze heeft genoten, gelachen, maar ook een traantje weggepinkt. Er is een lange nazit en de spelers zitten uitgebreid te babbelen met het publiek. Opgelucht ruim ik alles op en bel de straatpastoor om verhaal te doen. Dit was waarom we aan het project waren begonnen. Een beetje begrip en sympathie voor de doorgaans opgejaagde dakloze. Wat fijn, dat het doorgegaan is. Nog één voorstelling te gaan.

dinsdag 28 oktober 2008

Na Delft


De trip naar Delft heeft erin gehakt. Spelers willen niet meer met elkaar en zelfs de straatpastor vraagt mij in overweging te nemen om er maar helemaal mee te stoppen. Toch zou ik dat jammer vinden. We zijn er bijna! Het is goed om toch het toernee af te maken. We spreken af om het weekend iedereen met rust te laten. Daarna zullen we de spelers benaderen om te kijken of ze het weer aan kunnen. Maandag ga ik verschillende plekken af in de stad op zoek naar hen. Danseres J. vind ik in de Buurtboerderij. Zij is weer een beetje bijgekomen, haalt diep adem, maar is toch bereid om weer te gaan spelen, zelfs als Skeelerman meedoet. Als zij maar nooit meer met hem in de trein hoeft te zitten. Zij heeft wel vraagtekens of de rest van de groep wel wil. Door naar inloophuizen, waar ik niemand zie en dan naar de schrijversclub voor dak- en thuislozen. Teacher, die weliswaar helemaal dol werd van Skeelerman en uitgebreid verslag begint te doen van de trip naar Delft, wil hoe dan ook toch spelen. De Dichteres zie ik ook, maar zij duikt meteen voor mij weg. 'Je bent niet aanspreekbaar?' vraag ik overbodig. "Nee!" en ze maakt zich snel uit de voeten. Die moet ik een paar dagen met rust laten, dat is duidelijk. De Bouwer is waarschijnlijk nog niet vrijgelaten. Op de plek waar hij altijd gaat eten laat ik een briefje achter. Voor hem is Skeelerman sowieso geen issue. Op dinsdag zie ik de rest van de groep. Ook zij zijn bereid om weer mee te doen, alhoewel men vreest dat de Skeelerman toch weer begint te schreeuwen. De dichteres heeft zich ziek gemeld en doet in ieder geval woensdag niet mee, maar misschien wel de laatste voorstelling. "Als die baardaap maar uit mijn buurt blijft!" laat zij de straatpastor weten. Ik had even de hoop om het toernee met de voltallige groep af te kunnen sluiten, maar hoor zojuist dat de Bouwer twee weken heeft gekregen voor die rol vuilniszakken.

zondag 26 oktober 2008

Treinreis terug


In Delft worden de spelers hartelijk ontvangen door een man in monnikspij. Dit is geen toneel- kostuum, maar zijn dagelijkse kloffie. Hij voelt zich vooral monnik, zegt hij glimmend boven zijn bolle buik. Vandaag ben ik laat aanwezig omdat ik uit het buitenland kom. Ik vertrouw erop dat de monnik het allemaal in goede banen weet te leiden. Hij kent de doelgroep als geen ander. De spelers moeten vandaag zelf opbouwen, van tevoren doorlopen, afspraken maken over het gezamenlijk reizen. Het voelt alsof je je kids loslaat. Ik ben er vlak voor het optreden en check de techniek. Ik mag niets zeggen en mij nergens mee bemoeien, wordt mij medegedeeld. Het is hun dag en dat is goed, maar ik steek toch een paar plugjes ergens anders in en wissel de lampen en filters om. Ik registreer hun vermoeidheid en zie ik dat A. staat te trillen op zijn benen. Afkicken? Voor het eerst raakt hij alle tekst kwijt van zijn liedje, waarmee de voorstelling opent. Maar verder gaat de voorstelling redelijk goed. De monnik vindt het allemaal geweldig en erg herkenbaar. Na het optreden moet ik weer gauw weg om het decor terug te brengen. Ik vind dat niet erg, want ben bekaf van de reis en bedenk dat ze het ook zonder mij wel kunnen. De monnik belt later die avond dat hij iedereen weer netjes bij het station heeft afgezet. Het drama gaat dan pas echt beginnen. Skeelerman heeft zijn radiootje aan en de conducteur verzoekt hem deze wat zachter te zetten. Maar Skeelerman laat zich niet commanderen door niets en niemand. Hij begint een hele tirade en doet dit met zoveel decibellen, dat treinreizigers uit de coupé wegvluchten en kinderen beginnen te huilen. De conducteur laat zich evenmin door niemand de les lezen en laat zich zeker niet toeschreeuwen. Hij gaat in de tegenaanval. Skeelerman wordt meegenomen in een belende ruimte, maar de discussie dendert door de wanden heen. Eén van de spelers is inmiddels naar het toilet gevlucht en belt snikkend en totaal overstuur de straatpastor. Op het volgende station staan 6 kleerkasten klaar om hem aan te pakken. Maar Skeelerman is tegen die tijd weer in een poessie veranderd. Hij weet donders goed hoe zijn kansen liggen en heeft eieren voor zijn geld gekozen. Even was er de dreiging dat de hele groep uit de trein gezet zou worden, maar men kon duidelijk maken dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid droeg. Skeelerman wordt de trein wordt uitgezet en de Grande Dame gaat uit solidariteit met hem mee. Straatpastor Mariska haalt de rest van de groep van het station af en duikt met hen de kroeg in zodat ze stoom af kunnen blazen. Het duurt even voordat ze gekalmeerd zijn. We hebben nog twee voorstellingen te gaan. Ik weet niet of we dat wel halen. Wordt vervolgd.

Treinreis heen


Als dakloze moet je zien te overleven en ieder heeft zo zijn/haar oplossingen. De Bouwer gaat steevast het grote vuil langs op zoek naar materialen die nog iets op kunnen brengen, zoals koper of staal. Hij heeft een karretje in elkaar geknutseld en dat hobbelt achter zijn fiets aan. Waar hij ook is, altijd schieten zijn ogen heen en weer naar bruikbare spullen. Zelfs lange peuken worden niet ontzien. Die kun je immers openpulken en nieuwe shaggies van draaien. Spullen bij elkaar graaien en snaaien is voor hem een tweede natuur. Maar soms gaat dat mis, want dan snaait hij iets wat helemaal niet bij het vuil ligt, maar gewoon op de schappen in de winkel. Zo was hij pas geleden opgepakt omdat hij een pak melk mee had genomen.
Het is vrijdag en we hebben een voorstelling in Delft. De spelers verzamelen zich op het Centraal Station. Ze zijn op dat moment compleet! Skeelerman moet persé zijn legerbrancard mee. Ze zien er al vrij opvallend uit als groep, maar met deze kar is dat nog veel erger. Helemaal als er geworsteld wordt met de roltrap. Al gauw krijgen ze aandacht van de spoorwegpolitie. Maar de treinkaartjes incl die voor de kar zijn in orde. Ze mogen door en wachten tot de trein eraan komt. Op een afstand worden ze nog steeds in de gaten gehouden. Maar de natuur van de Bouwer is ook hier niet te stuiten. Hij ziet een rol vuilniszakken op het schoonmaakkarretje liggen. Hij grist de rol weg en stopt hem onder zijn arm. Maar dat wordt gezien en de politie komt terug. Uitgebreid worden de identiteitskaarten gecontroleerd en de Bouwer wordt afgevoerd.

dinsdag 14 oktober 2008

Verloren


We spelen een aangepast programma in combinatie met de Straat klinkers,
het daklozen koor. Hoofdrolspeler A. is ook opgepakt en er zit niets anders op. De opkomst, ook van de koorleden is laag. Ik sta voor het buurthuis te wachten als tot mijn verbazing A. komt aanlopen met zijn maatje uit Ierland. Ze lopen met vermoeide tred, de hoofden gebogen. Beiden hebben een blikje bier in de hand. A. heeft een andere jas aan, valt mij meteen op. F. mist de veters uit zijn legerboots, waardoor de flappen sloom meedeinen. Geen vrolijk "hello my dear", maar een gekwelde blik in de ogen. Ze hebben 4 dagen vast gezeten, ergens aan de andere kant van Nederland. De inbeslaggenomen tas en jas bleken onvindbaar toen zij weer mochten vertrekken. "Al mijn teksten ben ik kwijt! Al mijn papieren!" Voor A. is het nog steeds belangrijk om zich intellectueel te voeden en te uiten. Het boekje wat ik hem pas voor zijn verjaardag heb gegeven is ook weg. Maar ja, dat kan ik opnieuw kopen. Erger zijn de teksten waar hij op heeft zitten broeden en waar hij trots op is, ook al is er niemand die ze leest. Het zijn de dingen die je koestert als je verder niets bezit. F. vertelt dat ze samen in een cel zaten en dat A. heel erg ziek was, omdat hij zijn dosis alcohol niet kreeg. A. is niet gauw uit het lood te slaan, maar vandaag maakt hij een verslagen indruk. De liedjes die hij uit de voorstelling zingt krijgen een emotionele lading mee en dat is nou wel weer heel erg mooi, ontroerend mooi.

woensdag 8 oktober 2008

Droom


We komen op de locatie, maar niemand is op de hoogte van onze komst. Mr Puccini heeft een driftbui en begint te gooien met de apparatuur. De spelers haken af en de straatpastor roept laconiek, dat ik nu lekker kan improviseren. De hele week al droom ik van het Troepje. Alle doomscenario's komen langs. Dan is het zondagochtend 8.30uur. Het regent onophoudelijk en we laden de spullen uit. De voorstelling moet aansluiten bij de kerkdienst van de Willem de Zwijgerkerk. De eerste spelers druppelen binnen. Maar om 10uur zijn er drie mensen en daar blijft het bij. Dat wordt flink improviseren. Ik zie er tegenop en hoop dat het snel voorbij is. De dienst begint en lijkt eindeloos te duren. Alan en de agent spelen fantastisch, maar zonder al die andere rollen gaat het niet. Mr Puccini piept een beetje en staat er verder volslagen verloren bij. Ik probeer het stuk aan elkaar te praten, doe gedichten en vertel over de spelers. De kleedster zit op een bankje als aanvulling, maar het mag niet baten. De droomscène moet de boel redden. Doorgaans een hoogtepunt in de voorstelling. Alan vertelt over zijn verloren liefdes, zingt Goodnight Ireen en wij toveren het podium om met kruipende wolken en kleurig licht. Zijn vleesgeworden droombeeld verschijnt en buikdanst om hem heen. Maar hier in deze kerk is men beledigd. Men vindt het godslastering en boos lopen een aantal mensen de kerk uit. En onze danseres vertelt vlak na de voorstelling: "Het is heel gek, maar hier krijg ik gewoon een gevoel van schaamte. Alsof ik een vieze slettebak ben." Ze trekt de rits van haar wollen vest flink omhoog en pakt snel haar spullen. We gaan dan ook met een kater de kerk uit. En deze keer word ik niet opgelucht wakker. Dit was geen droom. De volgende dag troost één van ons haar: "Ah joh, dat is Amsterdam Zuid. Dat is kak. Kouwe kak. Wij zijn dan misschien de shit van deze maatschappij, maar wel warme shit!"

maandag 29 september 2008

Toer-nee


We gaan naar Bussum, naar de Wilhelmina- kerk. We komen allemaal tegelijk aan. Ik met de volgeladen auto van de ene kant en de spelers lopend van de andere kant. A. waggelt er achteraan en is stomdronken. Hij houdt zich vast aan een muurtje, staat helemaal scheef. Ik ben bang dat hij omvalt, maar hij blijft in een wonderbaarlijke schuine lijn staan. De deur van de kerk gaat open en twee keurige oudere mensen begroeten ons hartelijk. "Kunt u misschien een bedje maken voor één van mijn spelers?" val ik meteen met de deur in huis. "Als hij even kan slapen dan gaat het wel weer." En voor de zekerheid stal ik zijn tas vol drank op een verborgen plek. "Moet het persé een bed zijn of mag het ook iets anders zijn?" vragen de lieverdjes. In een halletje wordt een brancard neergelegd en al gauw kan hij zijn roes gaan uitslapen. Tijdens het opbouwen belt Ike, die ons loopt te zoeken in Bussum. Maar hij is nog steeds geschorst, totdat hij uitgeraast is. Het lijkt ons ook geen goed idee om hem tussen het publiek te laten zitten, dus ik vertel hem niet in welke kerk we zijn. We hebben een karaoke versie van het liedje wat hij normaliter begeleidt en staan dat te oefenen. Maar E. raakt ineens heel geirriteerd. De toonsoort is te hoog en ze kan zo niet zingen, snauwt ze. Ze loopt de deur uit en tot onze verbazing komt ze niet meer terug. We wachten tot 21 uur en besluiten dan toch maar te spelen. Al die (oudere) mensen die speciaal voor ons zijn gekomen, kunnen we niet teleurstellen. Dan maar zelf af en toe het toneel op. We zijn vastbesloten om ons door niemand te laten stoppen en maken er een feestje van. Zelfs D. die zich meestal een beetje terzijde houdt, stort zich vol overgave in het spel. Het publiek joelt en zingt uit volle borst mee. "Kijk nou toch, hoe iedereen blij de deur uitgaat!" stelt onze gastheer tevreden vast. Hij is ontzettend opgelucht dat we het toch door hebben laten gaan. Ondertussen skeelert Ike tevergeefs een stuk of 8 kerken af. De volgende dag heb ik hem aan de lijn en zegt hij berustend "Van God mocht het ook niet, anders had ik het wel gevonden." Ik hoor de grijns in zijn stem en grijns met hem mee.

donderdag 25 september 2008

Rotjeknor


Katrina, Hannah, Gustav, Ike. Hoe hurricane kun je zijn? Toch zijn ze op een goede dag uitgeraast. Dacht ik. Maar onze Storm-man niet. Hij raast en tiert al 3 weken lang. Heeft het record schorsingen gevestigd binnen het daklozencircuit. Inloophuizen, kerken, belangenverenigingen, warme maaltijd voorzieningen, zinvolle (en minder zinvolle) tijdsbestedingen. Overal worden deuren en luiken dichtgetimmerd om oorvliezen, zenuwen en kwetsbare (ook minder kwetsbare) lichaamsdelen te sparen. Ook de producent (mijn opdrachtgever) heeft hem geschorst van deelname aan het theater na de hoeveelheid klachten van bepaalde speelplekken en bedreigingen aan collegae. Wat te doen?
We gaan toch naar Rotterdam, naar het huis met dagbesteding voor (zwaar) verslaafden. Terwijl wij opbouwen zitten zij hutje mutje verscholen in de blauwstaande gebruikersruimten. Maar zodra we gaan spelen, stroomt binnen een mum van tijd de zaal vol. Dan gaat er een hoop mis. Stoppen slaan door, de geluidsinstallatie hapert. spelers zijn de kluts kwijt omdat we 2 mensen missen. Niet alleen de geschorste gitarist maar ook onze grande dame die uit solidariteit met hem niet wil spelen. Maar het publiek is warm, heel warm. "Gooi die muziek toch uit!" roepen ze wanneer de installatie hapert en de spelers het met een karaoke versie moeten doen om de gitarist te compenseren en daar niet mee uit de voeten kunnen. "Laat ze zonder zingen!" Het is duidelijk. Het publiek is solidair met de spelers, ze herkennen zichzelf. Het kan niet meer stuk. Ze lachen om elke grap, vergeven iedere hapering en ze glimmen en blozen als onze buikdanseres opkomt en stralend haar dans doet. Als ik naderhand de spullen sta in te laden met mijn trouwe assistente, komen ze voorbij, schudden mijn hand, bedanken voor de fijne middag. En dat maakt alles weer goed. Wij Amsterdammers gaan helemaal plat: Lang leve Rotjeknor!

vrijdag 19 september 2008

Podium


Het lijkt wel een estafette. Was onze Grande Dame net ontslagen uit de gevangenis, werd de Bouwer in zijn kladden gegrepen. De assistente die J. vervangt (die voorgoed uit de groep is gestapt) is nu zelf spoorloos. Afgelopen weekend waren er dus 5 spelers ipv 7. Mr. Ike greep zijn kansen. Hij stond nu op het podium en moest nog het één en ander kwijt over het opjagen van daklozen. Dat mag. Daar is een podium voor bedoeld. Daar mogen zaken aan de orde gesteld worden waar aan voorbij wordt gegaan. Daar mag je de aandacht vestigen op wat jij belangrijk vindt. Als Bridget Maasland een televisieprogramma mag maken over hoe zij moeder wordt in Amsterdam Zuid met al haar poen en gesettledheid en daarbij zo zwaar zucht alsof ze het moeilijkste bestaan van de wereld heeft, dan mag Mr. Ike het publiek bestoken met zijn woede en frustraties. Hij is nu op zoveel plekken weggejaagd en door zoveel mensen uitgekotst dat hij alleen nog dit toneel heeft. Hij braakt, tiert, en schreeuwt zijn liedjes eruit en slaat zo hard op zijn snaren dat er twee breken. En ondertussen bevalt Bridget van een zoon. Misschien noemt ze hem wel Ike, naar die orkaan weet u wel.

woensdag 17 september 2008

Ike


Hij was de rustigste van allemaal. Zoog aan zijn jointje, pingelde op zijn gitaar, hielp altijd mee met opbouw en vervoer en was nooit te beroerd om even snel heen en weer te skeeleren om iets op te halen. Hij bezat twee luxe speeltjes; een mobiel waarmee je kon filmen en een draagbare dvd-speler. Maar twee weken geleden is er iets geknapt. Zijn mobiel werd gestolen, zijn dvd speler ging kapot en hij werd uit het huis gezet van een oude makker met wie hij vroeger een plek heeft gedeeld in het bos. Sindsdien is er een woede bij hem losgebarsten die niet meer te stuiten is. Met dezelfde kracht waarmee Ike de kusten van Texas te lijf gaat, doet hij dat in de inloophuizen, in de kerken waar we spelen, tegen voorbijgangers op straat. Ikzelf wordt bespaard en weet hem af en toe nog te sussen door hem dingen te laten doen en sta te onderhandelen met agenten en veiligheidsmensen als we decorstukken komen ophalen en hij wordt aangezien als een indringer. Maar een dag later hoor ik dat hij een vrijwilligster bij de Diaconie een klap heeft verkocht, de straatpastor naar de keel heeft gegrepen en zo tekeer is gegaan in een inloophuis en bij BADT (belangenvereniging voor dak- en thuislozen), dat het aanklachten begon te regenen. Dus nu is hij wel opgepakt en vastgezet. Er stond hem nog een straf van 2 mnd te wachten, dus voorlopig blijft hij weg. Wij onze gitarist kwijt en hij zichzelf. Ik hoop dat hij in de hoekjes van zijn cel zichzelf weer een beetje terugvindt.

donderdag 11 september 2008

Gevangenis


Onze grande dame zit vast. En het ziet er naar uit dat zij niet bij de optredens kan zijn a.s. weekend. Deze dame leeft al zo'n beetje 20 jaar buiten de maatschappij, wil niet meer anders. Alle maatschappelijke hulp wijst zij af. Voor haar geen daklozenuitkering en zij weigert haar hand op te houden. Ze helpt wat oudere mensen en van die giften leeft zij. Halfverscholen in de bosjes staat haar tentje. Ze probeert zo vaak mogelijk te koken en nodigt steevast wat lotgenoten uit om de maaltijd te delen. Nare bijkomstigheid als je vastgezeten hebt (voor buitenslapen en wildplassen) is dat je meteen al je vergaarde spulletjes kwijt bent. Rucksichtlos worden tenten en spullen vernield en in containers gegooid. Alles wat deze dame krijgt aan spullen en kleding bewaart zij in vuilniszakken, die vervolgens verstopt worden. Ik denk, dat heel noord vol met vuilniszakken ligt, lacht zij wanneer dit in een improvisatie ter sprake komt. En nu maar hopen dat zij er een paar weet terug te vinden als zij weer wordt vrijgelaten.

donderdag 4 september 2008

Teddybeer


We gaan weer starten! Ik ben al anderhalve week bezig om de spelers op te trommelen, maar heb er twee nog niet kunnen vinden. De tam-tams werken lang niet zo goed als mobiele telefoons of brievenbussen. Komend weekend hebben we twee voorstellingen, dus we moeten er stevig tegenaan. We zijn wel onze repetitieruimte kwijt. De Nassaukerk heeft niet alleen een vol rooster met huurders en projecten, zij hebben ook de neus vol van alle klachten en aanvaringen. De grote dikke Teddybeer uit onze groep heeft namenlijk dagen dat hij veranderd in een grote brullende beer. Dan begint hij tegen iedereen te schelden. Zo is hij in het verledcen een paar keer zijn huis kwijtgeraakt. Toen moesten de buren het ontgelden. Maar nu scheldt hij tegen de koster, tegen andere gebruikers van de Nassaukerk en tegen de buren naast de kerk. We kunnen wel terecht bij het Straatpastoraat, maar die ruimte is zo groot als een doorsnee huiskamer. En de Brombeer baalt. Het huis wat hij begin dit jaar heeft gekregen ligt pal achter de Nassaukerk. Nu moet hij een stuk verder reizen en liet het dan ook afweten op de 1ste repetitie. En op de 2e repetitie begint hij mij uit te schelden omdat ik er iets over zeg. Maar schelden kan ik ook! Broodzak! Gladiool! Chipslijder! Hutspotter! Vinkenpieper! Uienbol! Zwellip! Vispatatzak! Knurft! Plofkont! Gromgrazer! Brulpaap! Piepvitter! Spuwprutter!

dinsdag 12 augustus 2008

De vogel gevlogen


Ze wekken hem niet meer. Het zit erop. Ze hebben gedaan wat ze moesten doen en eind juli zijn de vogels vertrokken naar het zuiden. De zwaluwen komen pas terug op Koninginnedag, vertelt broeder F. Je kunt er je klok op gelijk zetten. Het dakloze bestaan heeft hem dicht bij de natuur gebracht. Maar die fascinatie voor vogels heeft hij al veel langer. Met groot plezier heeft hij tal van vogeltjes met potlood en aquarel tot leven gebracht. Maar zijn tekenspullen is hij al een tijd kwijt. Op een gegeven moment weet je niet meer waar je wat hebt opgeslagen. Toen hij zijn huis uit werd gezet door een lullige huurschuld van € 647,40 bij woningbouw Ymere raakte hij ook zijn zangvogeltje kwijt. Het beestje is naar het dierenasiel gebracht. Hij kan er nog verdrietig om worden. Toen hij die dag thuis kwam lag de helft van zijn spullen al in de container. Een nachtmerrie was het. Slechts een enkel tekenboek heeft hij kunnen redden. Na een paar jaar rondzwerven is hij het nu zat. Hij gaat de hulpverlening in en hoopt op een goede dag toch weer een eigen woning te krijgen. Hij is net op tijd weg, want de scholen zijn begonnen. De kinderen die hem altijd uitjouwen en troep op zijn slaapplek gooien hebben het nakijken. Deze vogel is gevlogen.

dinsdag 15 juli 2008

Spinnen


Vroeger ging ik er helemaal van uit mijn dak. Elke spin die het waagde mijn pad te kruisen kreeg een flinke lading decibellen over zich heen. De verhitte hoofden die aan kwamen rennen om het eender welke belagers van mij af te slaan, trokken gefronste grimassen. Moet je daarvoor de boel bij elkaar schreeuwen? Op z'n minst hadden ze aanranders, rovers of messentrekkers verwacht. Die angst voor spinnen ging pas over, toen ik een woonruimte had gehuurd waar het stikte van de muizen. Het schijnt zo te zijn, dat je niet voor beiden bang kunt zijn. Muizen staan voor het mannelijke en spinnen voor het vrouwelijke. Dus projecteerde ik mijn angst voortaan op de muizen en elke spin die ik tegenkwam sloeg ik achteloos weg. Dakloze broeder F. heeft vriendschap gesloten met spinnen. Hij slaapt al een paar maanden op een klein bootje onder de blote hemel. De winter is koud, maar de zomer heeft ook haar nadelen. Niet vanwege de temperatuur maar vanwege het licht. De nachten zijn kort en de vogels wekken hem al om 4.00uur. Bovendien stikt het van de muggen, ook niet bepaald bevordelijk voor een goede nachtrust. Maar hij heeft iets ontdekt. De spinnen vangen diezelfde muggen in hun web. Waar hij voorheen de webben meteen wegmaaide, houdt hij ze nu voorzichtig intact. Hij laat zijn vriendinnen boven zijn gezicht rustig hun gang gaan. En nu hebben al die webben een natuurlijke klamboo gevormd en dat scheelt heel wat muggenbulten vertelt hij met een grimas.

zaterdag 21 juni 2008

Feest in de Ark


Het is een beetje klein, waar we gaan optreden. Als D. een sprong maakt op het hoge podium vliegt hij met zijn hoofd door de losliggende plafondplaat. Sommige spelers hijsen hun stramme lijven met veel moeite op het podium en alleen dat is al een komische act op zich. De achterwand is strak wit waar we goed op kunnen projecteren en een deel van de voorstelling kan voor het podium gespeeld worden. De geluids- apparatuur zit in een onhandige kast die alleen vanaf het podium bediend kan worden, maar met wat gepuzzel komen we er wel uit. Er valt nog meer te puzzelen, want er komt één speler niet opdagen. Ik druk ze nog op het hart dat ze het vooral met elkaar moeten doen en elkaar moeten bijvallen waar teksten vergeten worden. Ze gooien zich vol verve in het spel, improviseren erop los en weten het publiek enthousiast te krijgen. Er wordt erg veel gelachen en ikzelf krijg ook een paar keer de slappe lach als ik ze zo bezig zie. Het publiek zingt uit volle borst mee bij 'Goodnight Ireen' en roept verontwaardig als de agente het bouwsel van de Bouwer vernield."Oooohh!!" Het is een feest om voor dit publiek te spelen! De mevrouw die voor de voorstelling met gefronste wenkbrauwen haar bedenkingen uit had gesproken; "Moeten we naar die rare mannen gaan luisteren?" is helemaal om. Ze klapt haar handen rood en is net als de meeste mensen meteen opgesprongen om een staande ovatie te geven. De spelers staan te glimmen van plezier. Na de voorstelling is er een uitgebreid buffet met alle leden van deze kerk vanwege de seizoenssluiting. Iedereen heeft iets gemaakt en de drank vloeit rijkelijk. Ze weten wat feesten is in de Ark!

zaterdag 14 juni 2008

Ondergoed


Eind jaren 50 werd de petticoat vervangen door de onderjurk. Meestal wit met een kanten randje. Als dat randje onder je rok uitstak werd je nageroepen: " Hé, je vlagt!" of "Je melk kookt over!" Ondergoed behoorde onzichtbaar te zijn totdat Madonna met haar BH ging pronken. Ook mannen lieten op een gegeven moment het randje van hun onderbroek boven de broek uitsteken, populair werd daardoor het merk Calvin Klein. Tegenwoordig zijn het de stringetjes die net boven de lage spijkerbroeken uitsteken en trekken de jongens hun broek zo laag, dat de hele bil verpakt in strakke boxer zichtbaar wordt. Daardoor heeft mijn zoon weer een maat kleiner van broeken, want dat kruis moet laag hangen en anders zijn de pijpen te lang. Mijn dakloze vriend R houdt zich niet bezig met modegrillen. Hij haalt zijn schone kleren in de inloophuizen voor daklozen. Je levert je vuile kleding in en krijgt er schone voor terug. Soms zit er een verdwaald topmerk tussen. In ieder geval is het allemaal gebruikte kleding. R. zegt, dat hij soms de andere persoon voelt in een jas of in een broek en dat gaat dan irriteren. Hij moet dan weer zo gauw mogelijk van het kledingstuk af zien te komen. Maar omdat je alleen op gezette tijden kleding kunt krijgen en er een rij wachtenden staan, duurt het meestal weer een paar weken voor hij er vanaf is. Ook zijn sokken vaak een probleem en niet altijd leverbaar. Onderbroeken zijn er altijd wel, van die grote wijde. Ook die lever je in als je een schone wilt. Bizar idee, dat je nog niet eens je eigen onderbroek hebt. Je wilt niet aan het fantaseren slaan over de geschiedenis van zo'n onderbroek!

maandag 2 juni 2008

Zondagochtend


De voorstelling in de Jacobuskapel was op zondag ochtend. We spreken af om 9.00uur. De helft is stipt en de andere helft is er een uur later nog steeds niet. Eén van de spelers zit in een persoonlijkheidscrisis en heeft via-via laten merken er geen zin meer in te hebben. Ik heb diverse pogingen gedaan om contact te krijgen, maar dat is niet meer gelukt. We zijn er op voorbereid en de regie-assistente kan de rol overnemen. Maar ook zij is er niet. Om 10uur maken we een noodplan om met 2 rollen minder te spelen. Een vriend van mij die komt kijken zet ik achter het geluid. Om 10.15uur komt de kleedster binnenvallen. Op het moment dat we naar boven gaan, komt de Bouwer met verhit hoofd aangefietst en als het stuk al begonnen is, komt de regie-assistente vlak voor het moment dat zij op moet. Ze gooit zich met verve in de rol, trekt de anderen aan hun mouw als ze de verkeerde kant oplopen, vult teksten waar gaten vallen en weet zelfs het liedje te redden waar de zanger het af laat weten. Maar het publiek en de mensen van de kerk zijn enthousiast. Er komt een man naar mij toe die vraagt; "Is dat nou echt waar dat er mensen zijn die elke dag buiten slapen?" "Ja meneer." "Is het nou echt waar dat er mensen zijn die niet verzekerd zijn?" "Ja meneer." "Is het nou echt waar dat er mensen zijn die geen uitkering krijgen? "Ja meneer." Hij begrijpt niet hoe deze mensen zo kunnen leven en wat ze doen als ze ziek worden. "Tja, meneer..."

donderdag 8 mei 2008

Naakt


Het was op een zaterdag. Eén van de dakloze spelers van de 1ste voorstelling "Kerstrafels" laat ik in mijn huis, zodat hij kan douchen en scheren. Ik moet zelf weg en kom pas 's avonds thuis. Hij belooft om op het balkon te roken en niemand binnen te laten. Het is iemand die geen drank- of drugsprobleem heeft en ik vertrouw hem blindelings. "Wat heb je nou de hele dag gedaan?" vraag ik hem bij thuiskomst. Hij doet verslag van de reinigingsrituelen die voor een "gewoon" mens zo vanzelfsprekend zijn, maar voor hem een hele onderneming. Hij vertelt dat hij voor het eerst sinds twee jaar weer eens zelf een eitje heeft gebakken. Hij begint te mijmeren over vroeger en hoe graag hij zijn eigen warme maaltijd in elkaar flanste in zijn eigen keuken. In de inloophuizen zijn de boterhammen al gesmeerd en bij de zusters hoef je maar te gaan zitten en krijg je je bordje opgediend. "En ik ben naakt geweest." vervolgt hij. "Een dakloze kan eigenlijk nooit naakt zijn. Dat is ook niet verstandig. In de opvanghuizen lig je op zalen en iedereen houdt zijn kleren aan. Maar weet je wel hoe lekker het is om soms gewoon naakt te kunnen zijn. Niemand die je ziet, niemand die je lastig valt, niemand die je opjaagt. De bevrijding van al die kledingstukken. Je vergeet bijna zelf wat er onder zit!" En hij bekijkt daarbij het stukje naakt van onderarm, pols en draait zijn hand. Het lijkt alsof ze niet meer van hem zijn.

woensdag 23 april 2008

Geurtjes


De liedjes blijven maar in mijn hoofd klinken, maar ik heb even iets anders te doen, want er moet brood op de plank. Er ligt een stapel rekeningen en als ik niet snel de incasso's wegwerk, kan ik straks zelf het toneel op. Op straat kom ik de skeelerman tegen. Hij is op weg om schone kleren te halen, vertelt hij. "Ga je ook douchen?" vraag ik hem. "Ja, dat was ik wel van plan vandaag of morgen." Ik moet denken aan de opmerking van een bezoeker bij de voorstelling: "Ze ruiken wel erg sterk." terwijl hij zijn neus ophaalt en vervolgt: "Op de foto's van je weblog hebben de mannen ook altijd dezelfde kleren aan. Het lijkt wel alsof je de foto's allemaal op 1 dag hebt geschoten." Mij valt dat niet eens meer op en de geur die aan daklozen kleeft is zelfs vertrouwd geworden. Zo moet het in de Middeleeuwen hebben geroken, bedenk ik als ik doorfiets naar mijn klus. Daar aangekomen beland ik in een bouquet van aftershave, parfum, deo, eau de toilette, zeep. Ik ruik de geur van wasverzachter, er komt mondspray voorbij en vast ook voeten- en intiemspray. Wat is er eigenlijk veel om basisgeurtjes te verdoezelen. Maar de aantrekkingskracht tussen twee wezens wordt onbewust nog altijd bepaald door de primaire lichaamsgeur. Nu begrijp ik waarom er tegenwoordig zoveel singles zijn. Men ruikt elkaar niet meer! En al die scheidingen komen natuurlijk omdat je op een verkeerd spoor wordt gezet. Je krijgt iets heel anders te ruiken dan het werkelijk is. Blijkt er onder dat bouquet van rode rozen en aftershave gewoon zo'n smerige beerput te zitten!

maandag 21 april 2008

Zondag


Een theater voorstelling is nooit hetzelfde. Elk optreden heeft zijn eigenheid. Op deze zondag in de Nassaukerk is de boel een beetje ingezakt, maar nog steeds reageren mensen enthousiast. Er blijven altijd stukjes in die niet kapot te krijgen zijn. Een vriendin van mij noemt die momenten pareltjes. En dat er dan wat misgaat met cue's en teksten is niet zo erg. Vervelender is hoe het op deze dag eraan toe gaat voordat ze de vloer opgaan. Twee spelers krijgen ruzie en er wordt flink geschreeuwd. Eén van hen roept niet meer mee te willen doen, zolang die ander erin zit. Iets later is het de Scheldknaap die hard met deuren slaat en de boel bij elkaar schreeuwt, omdat hij de kerkzaal niet in mag waar kinderen een concert geven. Hij wil niet meer in de Nassaukerk spelen schreeuwt hij en loopt met veel bombarie inderdaad weg. Spelers komen met allerlei oplossingen, maar ik roep dat je geen probleem moet maken voor die er echt is. Ik kan mij niet voorstellen dat hij niet terugkomt en iedereen laat zitten. Als we met de warming-up beginnen komt hij binnenvallen alsof er niets aan de hand is. Ik weet dan al hoe de voorstelling gaat. Spelen kun je alleen als je de concentratie opbrengt en dat gaat niet 5 minuten voor aanvang. Omdat het er voorlopig op zit, gaan we naborrelen op een geschikte plek; op straat. We hangen voor de Nassaukerk in de zon. Mijn fiets is zo volbeladen, dat ik ook wel een dakloze lijk. En als we even later vanwege trek ergens naar binnen willen gaat de zaak ineens spontaan een paar uur eerder dicht! Nu mag ik tekeer gaan. En ik realiseer me dat dit is waar de voorstelling over gaat en voel mij even helemaal één van hun. Samen gaan we de straat weer op.

vrijdag 18 april 2008

Day After

foto Leo Hol

Het is heel leuk om een aantal spelers de volgende dag te zien bij repetitie van de Straat- klinkers. Deze zanggroep is ook opgezet door straatpastor Mariska Putters, initiatiefneemster van de theaterproductie. Ze zijn zo opgewonden en enthousiast, dat het hartverwarmend is. Maar er is ook werk te doen. Met de gitarist -de skeelerman- en assistente Esz gaan we opruimen in de Cameleon. De legerbrancard is volgeladen en ik fiets mee als escorte. Het is een spannende reis. De weg zit vol gaten, bobbels en verhogingen bij bruggen. En bij een onverwachte kuil kiept de kar ineens helemaal om. Met moeite krijgen we de boel weer overeind. Terug in de kerk staan er een aantal daklozen voor de deur en roepen meteen dat ze de krant hebben gelezen. Ze zijn nu al trots op hun lotgenoten en komen absoluut zeker zondag kijken, roepen ze. Ik kijk nog eens aandachtig naar de kerkzaal en hoe we daar een theatersfeer kunnen maken. We halen bouwlampen, snoeren, stekkers en schroeven. Wat Joop vd Ende kan, kunnen wij ook, ondanks ons bescheiden budget. Een bevriende fotograaf geeft filters en een vriendin kruipt achter de naaimachine voor een projectiescherm. Het is donker als we de deur achter ons dichttrekken. Reden om naar de Chinees te gaan en Het Parool te lezen. Mooi artikel! Er wordt een beetje raar naar mijn gezelschap gekeken. Voor mij is de vervuiling en de geur van ongewassen lijven inmiddels al gewoon. Maar het feit dat hij raar bekeken wordt is voor hem net zo gewoon. Hij ziet het niet eens. Het eten smaakt er niet minder om en als de serveerster ziet dat we in de krant staan, is er opluchting. Het zijn geen zwervers, het zijn artiesten!

Première


foto Leo Hol

Volle bak!!! Het is afgeladen. Artikeltjes in Dag en Spits hebben blijkbaar geholpen en s'middags is er een live interview voor radio Caribbean FM. We moeten er zelfs stoelen bij zetten en ik blijf met mijn assistente bij de deur staan. Fijn dat er zoveel aandacht is voor mijn Troep. Er is zelfs pers in de zaal. Een journalist en een fotograaf van het Parool. Het publiek geeft veel reactie en de spelers staan daar duidelijk op te kicken. Sommigen raken hier en daar wat al te enthousiast, maar de voorstelling kan het hebben. Eigenlijk zijn de missers ook wel amusant. Het is werkelijk een groep geworden. Voor de voorstelling heeft iedereen elkaar toys gegeven om een goede voorstelling te wensen en bij het applaus worden we overladen met bloemen. Maar nog veel leuker is dat we zoveel enthousiaste reacties krijgen. Men heeft genoten, gelachen en zelfs een traantje weggepikt. Wat wil je nog meer als je een voorstelling maakt? En een medewerker van de Cameleon vindt dat ik gauw maar weer een voorstelling moet maken. Leuk, maar daar moet ik toch even niet aan denken. Het was wel een hele bevalling met deze zevenling! Het is jammer dat dit de laatste dag in de Cameleon is. Niet alleen omdat we hier wel alle techniek tot onze beschikking hebben waardoor we de voorstelling op een hoger plan konden tillen, maar ook vanwege de plek. We zitten aan de kade, de medewerkers zijn leuk en alle dagen heeft de zon geschenen. Mamasan had het gevoel even een huis te hebben, waar ze gasten kon ontvangen. Dus WELKOM!

woensdag 16 april 2008

Try-out


's Middags gaat alles mis wat je maar kunt bedenken. Maar na de hopeloze generale neemt men rust. Sommigen doen een dutje, anderen hangen een beetje op straat en een enkeling trekt zich terug om nog een keer naar de tekst te kijken. Ik ben benieuwd wat ze gaan doen bij de voorstelling. Een slechte generale is een goede voorstelling, beloof ik hen. Een uur van tevoren doen we een een warming-up. We strekken de spieren, doen wat stemoefeningen en nemen nog een keer het dansje door. Voor de zoveelste keer check ik de rekwisieten. Dan komen de eerste bezoekers. De zaal is voor een kwart gevuld, maar ze hebben zich goed verspreid. Dan begint het. Die stilte voor aanvang is altijd het spannendste moment en dan ben ik blij dat die doorbroken word door de zang van teacher. It's out of my hands. Maar ze doen het geweldig! En waar ik de laatste dagen op gehamerd heb, dat doen ze voortreffelijk namenlijk elkaar helpen waar het mis gaat. Ze luisteren naar elkaar, vangen elkaar op en hebben plezier in hetgeen ze doen. Alles valt op z'n plek. Er is ontroering, amusement, ernst, humor. De eigenheid van elke speler komt tot zijn recht. Alleen de technicus mist een laatste projectie onder een lied. Maar dat is niet zo erg. We geven gewoon een toegift tot genoegen van het betrokken publiek.

overwinning


Teacher zit tegen een boom aan als ik met de fiets vol tassen arriveer. Ik vraag naar zijn voorraad bier. Hij heeft maar een half blikje en drinkt dat nog op. "Ik ben solidair met jou" verklaarde hij, maar gaf daarna toe dat hij gewoon geen geld heeft. De andere spelers druppelen binnen en Esz haalt een uitgebreide lunch bij de Aldi tegenover de Cameleon. Goedkeurend kijken de spelers rond en lopen in en uit. Dan worden de teksten doorgenomen en helpt men elkaar door te souffleren. Degene die de meeste moeite heeft om tekst te onthouden, heeft er iets op bedacht. Zijn hand blijkt vol steekwoorden te staan en hij denkt, dat niemand dat ziet. Het is zoals kinderen achter een lantarenpaal gaan staan bij verstoppertje. Maar ik laat het maar even zo. Een tweede speler heeft een heel ander probleem op te lossen; diens ruimtevrees. Een onbestemde angst kruipt naar boven in vreemde ruimtes. Niemand merkt daar iets van, tenzij je het weet. Er moet altijd iets in de buurt zijn als houvast. Daar helpen de decorstukken bij. Ze geven een veiligheid. Dus schuif ik met de bankjes en de mise-en-scène om enige houvast te bieden. Door veel in de ruimte te zijn, heen en weer te bewegen met name op die plekken waar het minder veilig voelt, wordt de angst beetje bij beetje overwonnen. Ik was eigenlijk alleen maar uit om een zo goed mogelijke voorstelling neer te zetten. Maar al die persoonlijke gevechten en al die individuele overwinningen, die daardoor zijn ontstaan, dat is toch eigenlijk nog veel mooier.

dinsdag 15 april 2008

To do or not to do


Een dagje rust doet wonderen. Naar Noord voor het kostuum, naar Sloterdijk voor droog ijs, naar Oost voor een dekbedhoes, in het centrum productiegeld ophalen bij de Diaconie en met zoonlief naar de tandarts. Een beetje heen en weer door de stad is een aangename stressloze bezigheid. Tegen het einde van de middag kunnen we dan eindelijk de spullen pakken in de kerk en verkassen naar het theater in Oud West. De legerbrancard van onze gitarist komt goed van pas voor onze rekwisieten en decorstukken en soepeltjes skeelert hij ermee weg. We worden hartelijk ontvangen in de Cameleon en ik ben meteen gerustgesteld door de technische kennis die men in huis heeft. Eén van de medewerkers ziet eruit alsof hij bij mijn Troepje hoort. Hij heeft vlekken op zijn broek, een vest wat wars van alle mode is en draagt zo'n wollen mutsje op zijn hoofd waar zijn paardestaart onderuit steekt. Hij ontbeert echter die typische geur die altijd om daklozen hangt. Maar ik voel mij meteen helemaal thuis en mijn moeheid is op slag verdwenen. De zaal is een stuk kleiner dan de kerk, maar heeft een prettige akoestiek. We zullen wat aanpassingen moeten doen qua mise-en-scène en er moet technisch nog het nodige gebeuren. Mijn lijstje "to do" is bijna afgevinkt. Hier deden we het voor en hier gaan we er iets moois van maken. Ik ben weer vol vertrouwen. Als ik thuiskom grommen de kinderen, dat er niets lekkers is, maar ook geen kaas, geen drinken. In de broodtrommel ligt een eenzame bruine boterham uit te drogen. Hun "Mah-ham" -zoals alleen kinderen dat kunnen zeggen- is duidelijk. Het lijstje "not to do" is weer een stukje langer geworden.

vrijdag 11 april 2008

Preek


Vanaf nu wil ik elke repetitie een doorloop doen, dus het hele stuk achter elkaar en vooral aan de overgangen werken. Want dat maakt dat er vaart en ritme in het stuk komt. Ik heb iedereen op het hart gedrukt op tijd te komen en elke dag naar de teksten te kijken. Het stuk groeit beetje bij beetje en ik bewaar mijn geduld. Maar waar de meeste spelers met kleine stapjes vooruit komen, is er ook iemand die achteruit gaat. Teacher is de laatste dagen al vroeg op de dag hartstikke dronken. Dan vergeet hij zijn teksten, zingt vals, maakt pauzes na elke zin, weet zijn cues niet en valt in slaap als hij even niet op hoeft. Ik had hem al aangesproken op zijn verantwoording naar de groep toe en hij beloofde iets minder te drinken op de dagen dat we repeteren of spelen. Maar het tegendeel gebeurt. Deze keer is hij zo dronken, dat hij zich moet vasthouden om niet om te vallen. Waar het wel een estafette lijkt van uitbarstingen in deze groep, is nu de beurt aan mij. Ik geef hem een donderpreek over verantwoordelijkheden en waardigheid, maar word zo kwaad dat hij van mij op kan donderen. Maar we hebben nog maar 3 dagen te gaan en ik kan niet zo gauw een oplossing bedenken. Mamasan is als altijd de katalysator en weet het zo te verwoorden, dat je toch weer begrip voor hem krijgt. Eigenlijk zijn we ook allemaal dol op hem. Als we allemaal uitgepreekt zijn en alle alternatieven hebben besproken, gaan we toch maar door. Teacher levert zijn voorraad bier in tot we klaar zijn met de repetitie. En dan heb ik zelf erg veel trek in een glaasje rosé gekregen en zoeken we met de halve groep een terrasje op.

donderdag 10 april 2008

Spits


Een journaliste en een fotograaf van de Spits komen langs. Op de agenda staat ook het maken van een groepsfoto en er wordt gefilmd voor de making-of. Het lijken wel celebrities! Enthousiast slaat de één 'n paar biertjes te veel achterover. Een tweede raakt zo op dreef van zijn eigen betoog, dat het geplande 10 min interview uitloopt naar een uur. Een derde raakt van al het gebeuren zo in de stress, dat hij begint te schreeuwen over allerlei onbenulligheden. Het is rommelig en het lukt maar niet om de mensen aan het repeteren te krijgen. Als eindelijk om 16uur ook de groepsfoto klaar is, wil ik toch nog de 1ste doorloop doen. Ook ik word snauwerig, want iedereen is zo druk met allerlei andere dingen dan spelen. Bovendien moeten we uit de kerkzaal. "En nou ga je het doen, hoe kneuterig dan ook!" Verwarring over mise-en-scène, teksten worden vergeten en er ontstaan spontaan geheel andere, maar toch is deze 1ste doorloop al een aardige overwinning. Als we eindelijk de kerk verlaten hangt er buiten een mopperende buurvrouw uit het raam waar belletje is getrokken. Ze kijkt verdacht naar de spelers. De Scheldknaap trekt meteen flink van leer, want hij laat zich niet onrechtmatig beschuldigingen. Hij schreeuwt en balt zijn vuist naar deze bovenbuurvrouw. Als Teacher hem probeert te temperen, haalt hij uit. Het schriele mannetje valt. Zijn pet rolt over de stoeptegels. Het blikje bier, wat zich standaard in zijn linkerjaszak bevindt, loopt leeg. De Scheldknaap schrikt er zelf van. Hij heeft de boel nu wel heel erg op spits gedreven. Samen tillen we de Teacher overeind.

dinsdag 8 april 2008

Assistentie


Doorgaans heeft een theatergroep iemand voor productie, voor techniek, voor decor, voor kostuums, voor PR. Maar met dit soort kleine producties komt het allemaal op het bordje van de regisseur. Dus en passant maak ik een flyertje, haal het decor op, rommel wat met techniek, mail flink in de rondte en haal de boodschappen. Wat een weelde als zich dan een assistente aandient! Esz heeft een keer eerder meegedaan aan een voorstelling onder mijn regie. Ze maakt mooie gedichten en ook nu worden een paar van haar gedichten gebruikt. Maar zelf teksten zeggen hoeft voor haar deze keer niet. Ze vindt het leuk om achter de schermen te werken en pakt dat voortvarend aan. Zij komt op tijd, zet koffie en thee, checkt de scripts of de laatste wijzigingen er wel in zitten, souffleert en is de stand-in, waar nodig. Ze regelt mapjes, zorgt dat er opbergruimte is wat op slot kan en maakt een rekwisietenlijst. Soms gaat zij met spelers apart zitten om teksten te oefenen. En aan het einde van de repetitie is alles spic&span. Wat ben ik daar blij mee! Nu nog iemand om de vervuiling van mijn eigen huis tegen te gaan. De manden vol was weg te werken, de douche te ontkalken, de koelkast te ontdooien, de afwasmachine leeg te maken, het gasfornuis te poetsen, kapotte lampen te vervangen, het balkon te fatsoeneren, de ramen te zemen, de planten water te geven, de bedden te verschonen en de kinderen weer eens een gezonde zelfgemaakte verse maaltijd voor te schotelen. En terwijl ik dit schrijf zie ik ineens de voordelen van het dakloze bestaan.

zondag 6 april 2008

De hond, het mokken en de hapjes


Het stuk is bijna rond. Er moet nog 1 scène gezet worden. Wel de lastigste, omdat het een groepsscène is en tevens het einde van het stuk. Maar ik heb er zin in en hoop dat het zo voortvarend gaat, dat we zelfs de eerste doorloop kunnen doen. In ieder geval genoeg reden om vandaag te gaan borrelen na de repetitie. Ik haal allemaal lekkere dingen, die je in een inloophuis voor daklozen niet snel zult vinden. Olijven, Franse kaasjes, hoemoes, tapenade, tzatziki, aioli, kerstomaatjes, Arabisch brood en natuurlijk flessen rose en blikjes bier. Maar ik ben iets te optimistisch. Eerst komt de Poes mokkend en drijfnat binnen. Ze was de Slaapkop gaan wekken, maar werd niet binnengelaten door diens huisgenote. Die had haar toegesnauwd dat ze hem zelf wel uit zijn bed ging halen. Daarna was ze drijfnat geworden van de korte maar hevige regenbui. Toen kwam onze zevende speler opgewonden binnen. "De buurvrouw gaat maandag op vakantie en heeft niets geregeld voor de hond!" En er volgt een hele tirade over gemakzucht en verantwoordelijkheden. "Ja, het spijt mij hoor, maar ik kan zo niet repeteren. Ik ben veel te opgefokt. Kijk, wat er met mensen gebeurt en al die problemen dat interesseert mij geen ene moer. Maar een hond die aan zijn lot wordt overgelaten en dakloos wordt, dat laat ik niet gebeuren!" Ze gaat iets regelen en komt later terug zonder hond, maar met dezelfde opwinding. Als de Slaapkop eindelijk komt is hij zijn script kwijt en geeft iedereen de schuld, tot hij het in de kerk terugvindt waar alleen hijzelf heeft gezeten. Mamasan komt een uur voordat we ermee ophouden. Op de valreep kan ik toch nog aan de scène werken, maar ook dan veel discussies en gesnauw. De borrel maakt veel goed. Iedereen is vrolijk en geniet met volle teugen. Alle opfoks zijn als sneeuw voor de zon verdwenen en we waggelen allemaal voldaan de deur uit.

zaterdag 5 april 2008

Don't shoot the guitarplayer


Ook onze gitarist is een tijdje weggeweest dankzij een stapel bekeuringen van wildplassen en landloperij. Tijdens de eerste workshops kon hij nog weleens flink tekeer gaan. Hij vond het maar een achterlijk gedoe wat we daar deden. Maar de laatste maanden is hij als een spinnende poes. Altijd goedgemutst en relaxed. Steevast roept hij na de repetitie: "Ja, je ziet het echt groeien. Er komt elke keer iets bij." Hij grijnst erbij met zo'n typische stonede blik in de ogen en neemt nog een haaltje van zijn joint. Dan rolt hij als laatste de deur uit, deze fanatieke rolschaatser. Buiten wacht zijn brancard uit het leger. Slaapspullen, schoenen, draagbaar radiootje, tentzeil, hij sleept het meestal allemaal met zich mee. Hij kan er zelfs mensen op vervoeren. Ik heb er een keer opgezeten. Dat zit best lekker. Goede vering! Wanneer hij door de stad rijdt, gooien mensen soms wat muntjes alsof het een act is. In het stuk doen we er iets mee, maar ik kan niet verklappen wat. Daarvoor moet je naar de voorstelling komen. Elke speler heeft in het stuk een speciaaltje zoals ik het maar even noem. Iets wat persoonlijk met hem of haar te maken heeft. Alleen al daarom kan er absoluut niet met een stand-in gewerkt worden. Maar ik ga ervan uit dat de goden ons goeggezind zijn en dat iedereen er kan zijn tijdens de geplande voorstellingen.

donderdag 3 april 2008

Lange rok en lipstick


Ze wordt steeds mooier, onze Mamasan van de krakers uit Noord. Nu heeft ze zelfs lipstick op gedaan en pas verscheen zij in een lange rok. "Je zou het niet zeggen, maar eigenlijk houd ik erg van kleding" begon ze tijdens een improvisatie opdracht. Iedereen begon te lachen. Daar stond ze met haar vervuilde handen. Mannenschoenen, veel te groot, broekspijpen vol vlekken, trui gerafeld. Maar toch. Overal heeft ze vuilniszakken vol kleding verstopt, vertelt ze. omdat ze er geen afstand van kan nemen. Want dat is zonde. Alleen valt niet meer precies te achterhalen waar het allemaal precies ligt, want vaak genoeg heeft ze moeten verkassen. Maar ze probeert alles te bewaren wat mensen haar geven. Ze leeft sowieso alleen van giften, wijst alle hulp af van gemeentelijke instellingen. Voor haar hoeft het niet, een daklozenuitkering of andere voorzieningen op voorwaarden. Nee! Geen regels meer, geen voorwaarden, geen bureaucratie. Het dakloze bestaan als politiek statement. En ze wordt er met de dag mooier van, deze dame van 62 jaar met amper een grijze haar, ook zonder lipstick.

dinsdag 1 april 2008

Politie


Een stuk over daklozen kan natuurlijk niet zonder politie. Met de Poes zijn we naar de kleding verhuur gegaan om een politiepak uit te zoeken. We vonden een mooi pak met een origineel wit overhemd en een goudkleurig embleem op de mouw. "Maar dat mag helemaal niet!" wordt ineens geroepen. Het pak is authentiek en wordt nog steeds gebruikt door de politie. Er zijn speciale vergunningen voor nodig. "Is logisch toch?" roept de robuuste dame van de verhuur "Anders was ik zo miljonair geweest!" Ze schudt haar hoofd bij zoveel naiviteit. We mogen wel een oud politiepak. Daar hoort een blauw overhemd bij en op de mouw is het embleem zilverkleurig. Ik toon mijn ID en het contract wordt opgesteld. Dan ook maar meteen door naar de echte politie om na te vragen of er iets bekend is over de Bouwer. De twee agenten die mij te woord staan zien er helemaal niet uit als agenten. Geen gouden emblemen of witte overhemden. Ze dragen gewone korte jasjes (bruin) en spijkerbroeken. "Ja, we gaan nu de straat op. Da's logisch toch?" roept de jonge meid. Na hun rondje undercover zullen ze het nakijken wordt beloofd. Mijn ID wordt gecheckt en later die dag bellen ze. De Bouwer zit inderdaad vast. Hij is buiten Amsterdam en blijft zeker nog een week weg. Dan komt hij toch nog op tijd terug voor de premiere en dat is fijn. Moet er natuurlijk niet iemand anders opgepakt worden. Die onzekerheid blijft, da's logisch. Zeker als de politie ook gewoon in een spijkerbroek en een bruin jasje kan lopen.

maandag 31 maart 2008

Tableau de la Troube


Het is nog een heel gedoe geweest om een vaste groep spelers bij elkaar te krijgen. Ik heb ze niet letterlijk van de straat geplukt, maar ben wel in veel inloophuizen geweest om mensen te werven. Vervolgens heb ik een paar maanden lang op woensdagmiddag workshops gegeven. Wie er zou komen en hoeveel was elke keer opnieuw een verrassing. Soms kwam er iemand die helemaal geen Nederlands verstond of iemand zat zo te fucken, dat hij zo snel mogelijk de deur uitgewerkt moest worden. Toch is er een vaste kern ontstaan en recentelijk is er nog een speler bij gekomen. Het Tableau de la Troube is nu compleet met 3 vrouwen en 4 mannen. Het is niet altijd uit eigen wil dat iemand niet meer op kwam dagen. Ik mis nog altijd Jaapio. Hij speelde ook mee in de eerste voorstelling die ik een paar jaar geleden maakte met een groep van 11 mannen en 1 vrouw. Jaapio was sneldichter, had altijd pen en papier paraat en schreef zijn dagelijkse observaties in rijm op; A-A,B-B. Dat leverde aan het einde van de dag altijd een vrolijk verslag op. Hij was altijd zeer betrokken en was voor mij een baken in de groep. Als hij je een berichtje stuurde of een persoonlijk gedicht schreef en dat ineens onder je neus schoof stonden er altijd 3 letters onder; GMG. Ga met God, betekende dat. Toen deze trouwe speler een paar keer niet was geweest, heeft de straatpastor zijn deur laten openbreken. De kachel stond hoog te loeien en hij lag stil in bed, de ogen gesloten. Deze keer was hijzelf met God gegaan.

vrijdag 28 maart 2008

Kriebels


Het zijn geen lente kriebels die er spelen. In de kerk is het sowieso hartstikke koud en houden we onze jassen aan. De voorstelling moet over ruim twee weken klaar zijn en er moet nog veel gebeuren. Maar het begint nu wel te kriebelen bij iedereen. Dat levert op, dat we nu synchroon werken. Als ik op de speelvloer bezig ben, zitten twee mensen in een andere ruimte hun dialoog te oefenen en wordt er in de hal een liedje geoefend. Ik hoef niet meer de hele tijd te pushen en dat werkt erg prettig. Maar er spelen ook andere kriebels. De Bouwer heb ik al 10 dagen niet meer gezien en niemand weet waar hij is. Hij heeft een mobiele telefoon, maar neemt niet op. Ik sms hem regelmatig ingeval beltegoed op is, maar het kan ook zijn dat hij niet opgeladen is. Buiten zijn immers geen stopcontacten:-) Ook de Mamasan heeft zich de laatste week niet meer vertoond. Beide spelers leven buiten en zijn dan ook niet te traceren. De medespelers maken zich zorgen. Het kan natuurlijk dat iemand opgepakt is. Doelloos op straat staan, wildplassen, biertje op straat drinken; het levert allemaal bonnen op. Als bij controle blijkt dat je al een verzameling bonnen hebt, kun je dus zomaar meegenomen worden. Ik wacht af of ze zondag op de repetitie verschijnen, onderdruk nog even onaangename kriebels.

woensdag 26 maart 2008

Dancing Queen


Deze weduwe is niet dakloos, maar voelt zich helemaal thuis tussen hen. Ze is dan ook te vinden in de inloophuizen en plekken waar iets georganiseerd wordt. Of dat nu een paasontbijt is, een yogales of een gespreksgroep over religies, ze volgt het allemaal. Ze is nooit te beroerd om te helpen en heeft voor iedereen een goed woord. Vandaag komt ze auditeren. Ze wil meedoen als ze maar geen tekst hoeft te zeggen en er ligt een idee voor een dans. Eigenlijk wil de Poes dit doen, maar het levert gedoe op met omkleden. De weduwe roept dat ze een beetje te oud is voor dit soort dingen, maar gaat toch meteen de speelvloer op en doet haar dans. Ze krijgt wat aanwijzingen hoe ze de dans wat gevarieerder kan maken. De Poes wilde zich er niet mee bemoeien, maar springt plots op en laat vol overgave zien hoe het beter kan. Ik ben verrast over de wulpsheid en de overgave. We hebben weleens iets geprobeerd tijdens een repetitie, maar toen kwam er niet veel meer uit dan wat houterige bewegingen en een hoop gegiebel. De weduwe weet blijkbaar haar inspiratie op te roepen. "Jeetje" roept de weduwe oprecht uit "Eigenlijk moet jij het doen! Je doet het veel leuker! En ik ben er al een tijdje uit" De Poes kijkt mij hoopvol aan. "Tja, het is tenslotte een fantasie... En we vinden er iets op zodat je snel omgekleed bent. Misschien een tekstje aanpassen... Oké dan." Haar neus krult. De weduwe is opgelucht dat ze niet flink aan de bak hoeft. Ze krijgt een (bescheiden) vergoeding voor de moeite en is ook daar blij mee. En de Poes likt spinnend haar velletje.

maandag 24 maart 2008

Pitbull en de Poes


"Als ik twee dames zie vechten, weet ik dat ik mij uit de voeten moet maken." grijnst Teacher. Hij staat dan ook half verstopt aan de zijkant van de kansel. Hij probeert nog een druppel bier te krijgen uit het blikje wat een vast plekje heeft in zijn rechterjaszak. Goedkoopste merk van Dirk of het huismerk van Hein. Het komt volslagen uit het niets. Uitgedroogde snol en vieze teef. Gefrustreerde theemuts. De één in een kakefonie van scheldwoorden. De ander met strakke bek op gedwongen rustige toon de aantijgingen ontkennend. Want de één zou dit en de ander dat. Het groepje spelers ging totnogtoe vrij relaxed met elkaar om. Er waren zelden conflicten. Maar er is een nieuwe dame bij de groep gekomen. Een stevige tante, slim en snel. Iemand die zichzelf niet toestaat om fouten te maken. Iemand die zichzelf fel verdedigd als het moet. "Vroeger was ik zo'n puppie, maar ik pik het niet langer. Van niemand niet!" hijgt zij na aan de theetafel in de hal. En binnen zit de andere dame nog na te stomen. Beiden even gevoelig van binnen, maar totaal verschillend naar buiten toe. De één als Pitbull, de ander als Poes, maar wel eentje met scherp gevijlde nageltjes.

vrijdag 21 maart 2008

Kwispelen


Nadat hij heel lang met z'n vriendin in een piepkleine caravan heeft gestaan op een verscholen plek, heeft hij nu een benedenwoning met 5 kamers. Overal staan nog dozen vol kapotte kerstlampjes, bij elkaar geraapte keukenspullen en halfvergane boeken. Tegen de wand staan een aantal panelen met daarop verschoten posters. Vuilniszakken vol verfrommelde kleding en oude dekens staan her en der verspreid in de kamers. Blij zijn ze als er een eettafel wordt gebracht, een legkast op straat wordt gevonden en trots als ze een zitbank krijgen. Plannen zijn er genoeg. Er zal een keer geverfd worden, een gordijn worden gemaakt, zodat ze niet langer hoeven te zwaaien naar alle voorbijgangers die door het grote raam naar binnen kijken. Deze ex-operazanger maakte dankbaar gebruik van geboden activiteiten binnen het dak- en thuislozencircuit. Maar sinds hij het huis heeft ligt hij hele dagen op bed, laat afspraken waaien en komt bijna nergens meer. Repetities worden steeds vaker overgeslagen of hij komt als deze bijna is afgelopen, wat hij vervolgens ook weer jammer vindt. Hij woont echter op een steenworp afastand van de Nassaukerk. Dus nu wordt hij uit zijn bed getrommeld door een van de andere spelers en gisteren was hij zowaar stipt op tijd. Als een braaf hondje laat hij zich commanderen door zijn nieuwe tegenspeelster. Zijn ogen glimmen en als hij een staart had zou die de hele middag hebben gekwispeld. Een kluif heb ik niet bij me, maar een handvol chocolade eitjes doet hem ook kwijlen.

woensdag 19 maart 2008

Bankjes


De decor ontwerpster is afgehaakt. Ze heeft het te druk met andere dingen. Meewerken aan deze productie moet je doen vanuit een betrokkenheid, anders werkt het niet. Ook is er maar een heel klein budget. Het vergt dus de nodige creativiteit en inventiviteit. Ik had gehoopt dat deze ex-Rietvelder met briljante plannen zou komen, maar zover is het helaas niet gekomen. Samen met de spelers heb ik een keer zitten brainstormen over het decor. Die ideeën bleken echter niet uitvoerbaar, omdat we soms in hele kleine ruimtes moeten spelen. Sommige buurthuizen hebben een speelvloer die een diepte heeft van max 3 meter. Zet daar maar eens iets neer. Wel moeten de spelers soms kunnen zitten, zoals de gitarist. Dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De (moeilijk lerende) scholieren van het ROCVA, afd ProPlus gaan bankjes maken. Meester Jan komt met een prachtig ontwerp. De bankjes moeten immers makkelijk verplaatsbaar zijn, eenvoudig te vervoeren, dus mogen niet te zwaar zijn. Ze moeten lijken op parkbankjes. Dus je kunt er niet op liggen, want ze zijn te kort. De anti-daklozenbeugels die je vaak ziet op bankjes hebben we maar weggelaten.

Geraffineerd


Zanggroep de Straat- klinkers hebben een optreden in Limburg. Een groot aantal van mijn spelers zingen mee en kunnen niet naar de repetitie komen. Met twee spelers spreek ik af om te komen repeteren. Het regent en ik voel de bui al hangen. Om 13 uur is er dan ook niemand. De beheerder van de Nassaukerk kijkt mij met een geamuseerde blik aan. "Het zal mij benieuwen of er iemand komt". Hij kent zijn pappenheimers. En hij is dan ook heel benieuwd waar dit project toe leidt. "Is moeilijk voor ze hè om een beetje op tijd te komen". Ik besluit te wachten tot 13.30uur en om mijzelf aan dat besluit te houden roep ik dan ook naar de beheerder dat ik stipt wegga op dat tijdstip. Hij grijnst begrijpend, straalt zelf een en al geduld uit. Precies om één minuut voor half gaat de bel. Toch nog iemand! "Ohh" roept de beheerder "Wat geraffineerd! Dat moet wel een vrouw zijn!" Ik voel even protest bij die opmerking. Maar als de deur opengaat staat daar inderdaad de vrouw. Maar dan wel één die helemaal doorweekt is. De neiging haar meteen naar de speelvloer te sleuren onderdruk ik, want dat zal niets opleveren. Wil ik echt iets voor elkaar krijgen, dan moet dat geraffineerder aangepakt. "Kopje thee?" "Ja, graag!" "Boterham?" "Ja, lekker." "Valt niet mee met die regen" "Nee, ik lag eigenlijk wel heel lekker in mijn tentje.." Als zij opgedroogd is en rust over zich heeft gekregen, gaan we de vloer op. We schaven de scène bij, kleuren deze in met muziek, doen een dansje en gaan voldaan de deur uit. We zijn weer een stukje verder gekomen. Buiten is het opgehouden met regenen.