woensdag 11 maart 2009

Stilte


Op dinsdag is er meditatie in het Straat- pastoraat. Ik besluit om een keer mee te doen. We zitten in een kring. Sommigen op kussens, anderen op stoelen. In het midden een schaal met grote kaars en groene takjes, daar omheen waxinekaarsjes. Een gelezen tekst luidt de komende concentratie in. Er klinkt een belletje en het is stil. Zo stil heb ik het daar nog niet eerder meegemaakt. Mensen die doorgaans toch veel verhaal kwijt moeten en zich snel opwinden over van alles en nog wat; zij zwijgen. Geuren prikkelen in mijn neus. De geur van kampvuur, verbrande takken. De geur van ongewassen lichamen. Maar wonderbaarlijk geen zweetvoetengeur! Ik hoor ver weg wat straatgeluiden. Ik hoor een vogel. Ik hoor adem. Ik raak bewust van de stand van mijn handen en voel dat ik iets uit het lood zit op het ronde kussen. Ik dwaal af naar mijn eigen gedachten maar probeer niet te denken. Herinner mij een oude mantra.
Ik verdwijn in het niets.
Maar beelden duiken toch ongevraagd op. Ik zie Jack. Jack die voor de trein springt. Jack die met een zachte glimlach in een fotolijstje staat terwijl er allemaal zwijgende mensen op banken zitten, de handen gevouwen, de ruggen gekromd, de blik verslagen. Jack die zomaar besloot ermee te stoppen. Eerst was er de reuma die maakte dat hij niet meer kon tekenen (zijn werk en passie). Zijn oudste dochter ging op kamers. Zijn vrouw besloot van hem scheiden. Hij woonde een tijd samen met zijn zoon van 13 jaar. Maar de stilte in zijn werk, de stilte in huis als zijn zoon naar school was, bracht hem aan de drank. De drank maakte hem langzaam kapot. Hij viel van de kruk af in de keuken, van de trap af op weg naar zijn slaapkamer. Hij vergat boodschappen te doen of viel in slaap terwijl hij probeerde te koken. Zijn zoon werd weggehaald bij hem. Hij meldde zich bij de Jellinek en 9 maanden lang bleef hij droog en hoopvol. Alles om zijn zoon weer terug te winnen. Maar de rechter was niet te vermurwen. En toen ging het snel. Hij keerde terug naar de drank, viel weer van de trap, maar wist deze keer geen hulp te vinden. Afgelopen week om half zes was er een tragische gebeurtenis aan het spoor in Diemen-Zuid.
Het belletje klinkt. De stilte wordt verbroken en er worden meteen opmerkingen gemaakt. Ik kijk de kring rond. Gegroefde gezichten. Vermoeide blikken. Vettige haren. Rafelranden aan vale kledingstukken. Knoestige vingers en vervuilde handen. Er komt beweging in de stramme lijven en het vuur vlamt terug in de ogen. Voor hen hoeft het niet zo lang, die stilte, nog lang niet, die eeuwige stilte. Nog even en de skeelerman begint weer flink begint te razen. Deze keer gaat het over kontkijkers in de gevangenis, over het feit dat daklozen nep-criminelen zijn en zelfs in de bajes geen waarde krijgen. Hij schreeuwt, hij zal laten horen dat hij niet kapot te krijgen is! En deze keer vind ik dat niet irritant. Hij leeft.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hai Maureen, je weet me elke keer wel te ontroeren... Tranen in mn ogen voor Jack, en ik ken hem niet. Sommige mensen hebben het zo zwaar, wat een zielig verhaal.
En de meditatie, ja mooi. Krijgen mensen daar nu voor betaald? Dat zou helemaal mooi zijn.
Tot gauw!
xx Ingrid